11 januari 2006

EU: Kabinet heeft zelfs geen "voornemen" en de PvdA geen vertrouwen...

Europadebat

In de Europa-blog van NRC Handelsblad (door Europaverslaggever Kees Versteegh ) vandaag de vraag "Waar is het debat?". Inderdaad, waar blijft het beloofde Europadebat in Nederland na de "nee"-stem in het referendum van 31 mei? Als er nog iets van komt, moet het snel zijn, want, aldus Versteegh,

"[w]ant in maart wil Brussel van lidstaten als Nederland en Frankrijk weten wat ze totnogtoe van hun beloofde follow ups op de levendige referendumdiscussies (het roemruchte plan D) hebben terechtgebracht."

En het is duidelijk, dat daar echt niets van terecht gaat komen.

Want waarover zou zo een debat eigenlijk moeten gaan?

Buitenlandse Zaken heeft "het voortouw" genomen (moeten nemen), nu de politieke partijen na hun aanvankelijke enthousiasme er nu toch maar vanaf zien. Het kabinet-Balkenende als geheel is ook opvallend afwezig - het heeft de zaak blijkbaar doorgeschoven naar Bot's Europa-afdeling (met een VVD-staatssecretaris, die helemaal stilgevallen lijkt).

De NRC-blog meldt, dat het gerucht gaat, dat een opinieonderzoeker van Bot opdracht heeft om "een groot 21-minuten-onderzoek" te houden "naar Europa". Dat zal dus wel weer een soort opinieonderzoek zijn, dat "debatvragen" moet opleveren, die weer opnieuw aan de bevolking (of aan de debatdeelnemers, dat is niet hetzelfde) gaan worden gesteld.

Als het waar is, hebben we hier te maken met een tweede "katholieke procedure" (dixit minister Bot over het kabinets-voornemen inzake Afghanistan): Kabinet schuift de verantwoordelijkheid door en durft geen standpunt in te nemen.

Met Europa is het nog erger dan met Afghanistan: Het kabinet-Balkenende heeft zelfs geen voornemen tot het innemen van een standpunt!!


Uitdaging aan de "nee"-zeggers


Blogger Bram Houtenbos, (te situeren als: Nederlands-Engels, D66-LibDem) is één van de weinigen die zich daarover publiekelijk kwaad maakt. Hij heeft zijn eigen "21-minuten" vragenlijst gestuurd naar de voorlieden van het "nee" tegen het grondwettelijk verdrag (Marijnissen, Wilders en Rouvoet van resp. SP, Groep-W en Christen Unie). Op 3 januari 2006 stelde hij hun een paar vragen, met als motief:

"Kortom, ik wil graag dat het Nee-kamp kleur bekent"

Vandaag (het is inmiddels 11 januari) heeft hij de eerste antwoorden binnen, van SP-Van Bommel en van CU-André Rouvoet. Voor Wilders zal het wel Bart-Jan Spruyt worden, die het verplichte opstel schrijft. En die zit vermoedelijk in Amerika, om ruzie te maken met zijn vrienden van de Weekly Standard.
Op die ingezonden/in te zenden stukken bij Houtenbos komen we later nog wel terug.

Bij de VVD hebben Bolkestein en Smit-Kroes (27 EU-landen "maximum") intussen een flinke ruk naar "Eurosceptisch" gemaakt. Daarvoor laat de lethargie van de Nederlandse Europapolitiek nu dan ook alle ruimte.

"Vertrouwen Herstellen"

Erger, nee: ergerlijker, vind ik echter als PvdA-lid, de opportunistische draai die mijn partij heeft genomen. O nee, het is ook nog geen "standpunt", het is een "discussienotitie", maar discussie erover wordt zoveel mogelijk vermeden. Versteegh daarover (9/1/06):

Zo heeft de met veel fanfare gepresenteerde discussienota van de PvdA over Europa weinig follow up gekregen, naar verluidt onder meer omdat Europa-woordvoerder Frans Timmermans weinig zin heeft in een eurosceptische discussie in eigen gelederen.

"Vertrouwen Herstellen" heet het van oktober 2005 daterende stuk, opgesteld door fractievoorzitter, partijvoorzitter, vice-fractievoorzitter en voorzitter van de Eurodelegatie e.a. Het is een tekst met een soortgelijk draaikonterig gehalte als de flip-flop verklaringen naar aanleiding van de motie van wantrouwen tegen de Rotterdamse LPF-wethouder Pastors. Timmermans heeft dus het grootste gelijk van de wereld, als hij denkt dat met dit discussiestuk, de modieuze eurosceptische beer pas goed zou worden losgelaten in de PvdA-gelederen. Wat dat betreft zou de tekst net zo goed "Wantrouwen Bestellen" hebben kunnen heten.

Maar al heeft de nota dan ook "weinig follow-up" gekregen, en hebben alle PvdA-stemmers die tegen het verdrag hebben gestemd niet ineens massaal geroepen: "O bedoelden jullie het zó! Nou, ons vertrouwen is weer hersteld hoor!" - toch is het weinige weerwerk dat er is gekomen, van uitstekende kwaliteit. Ik denk dan aan het artikel in "Socialisme en Democratie" van december 2005 (S&D is het maandblad van het Wetenschappelijk Bureau van de Partij van de Arbeid), getiteld: "PvdA-Notitie voedt vooroordelen over Europa". Het is geschreven door de mij onbekende economen Marko Bos en Bart van Riel, die werkzaam zijn op het secretariaat van de SER.

En, vrienden, deze lieden kennen hun zaakjes. In zeven pagina's maken ze brandhout van de notitie. (Kijk, dat kan dan ook weer, in de PvdA: Als je doorzet is er echt wel alle ruimte voor serieuze discussie, ook als die niet bepaald eerbiedig is voor vooraanstaande partijleiders.) Hear, hear:

"Naar onze mening zijn de voorstellen van de werkgroep niet alleen overbodig, maar ook schadelijk, omdat ze bestaande vooroordelen over Europa bevestigen en de goede werking van de interne markt aantasten."

(S&D 12|2005, blz. 41)

En vervolgens kegelen de auteurs allerlei heilige huisjes om.

* De “tornado” van de Europese interne markt slaat niet de verscheidenheid plat, maar bevordert juist de specialisatie, dus datgene waar men goed in is, en daarmee de innovatie vanwege de schaalvergroting die ermee gepaard gaat.

* Waarborging van het publieke belang en van een duurzaam niveau van dienstverlening is juist gebaat bij een strak gedefinieerde markt, die daarvan onderscheiden is, of waarbinnen zwaarwegende publieke belangen via (nationale) wetgeving worden gewaarborgd met instemming van de Europese Commissie.

* De typisch Nederlandse “privatisering” die-geen-privatisering-is (uitkeringen verstrekken, railvervoer, woningbouwcorporaties) en dan ook in Den Haag “op afstand plaatsing” wordt genoemd, leidt tot monopolies en oligopolies, beheerd door veel te zwaar betaalde directies en belast met veel onnodige overhead, die belast zijn met nauwelijks van elkaar onderscheiden publieke en sociale taken enerzijds, en concurrentie in de markt anderzijds. Het is afdoende gebleken, ook in de UK, dat dit leidt tot een slechte, ja zelfs corruptieve, uitvoering van beide soorten taken. De PvdA zou het moeten toejuichen, dat de EU lidstaten verplicht tot het maken van waterdichte schotten tussen die twee functies. Als je marktwerking als regulerend economisch mechanisme (niet als cultureel mechanisme liefst, met “calculerende burgers”) aanvaardt, dat moet je ook een kwalitatief goede marktwerking willen. En een halve marktwerking is geen marktwerking, erger nog: slechter dan marktwerking.

* “Nederlandse overheden – en in het bijzonder de gemeenten – houden zich [dan ook, in vergelijking met andere lidstaten, HR] heel slecht aan de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Behoeft het belang daarvan na de bouwfraude-enquête nog toelichting?” zeggen Bos en Van Riel (blz. 44). Ze hadden eraan toe kunnen voegen: het ESF-schandaal, waarbij Zalm heeft toegelaten, dat de (geprivatiseerde, op afstand gezette) arbeidsbureau-organisatie op enorme schaal fraudeerde met projectgelden, bestemd voor door de regeringen gezamenlijk vastgestelde Europese prioriteiten, maar die werden besteed aan het vullen van bezuinigingsgaten in de reguliere arbeidsvoorzienings - exploitatie.

* “Broodje aap”-verhalen, zoals die over de Europese Richtlijn voor het gebruik van ladders, worden vakkundig doorgeprikt: Nergens heeft Europa de lengte van ladders voorgeschreven. Het enige wat de Richtlijn doet, is aangeven, dàt er regels moeten zijn. Lidstaten kunnen die zelf vaststellen. In Nederland is dat dan ook tot tevredenheid van allen in 1999 gebeurd via een “Convenant Gevelonderhoud” tussen SZW, werkgevers en opdrachtgevers in die sector (10 meter) ter uitvoering van een Nederlands ARBO-besluit ter implementatie van de Europese Richtlijn. Als men een meer “sociaal” Europa wil, dan is activiteit van Europa op het vlak van arbeidsomstandigheden toch juist gewenst? Het voorkomt oneerlijke concurrentie van glazenwassers en andere aannemers uit andere Europese landen, die het met de veiligheid van hun werknemers minder nauw nemen.

* Arbeidsvoorwaarden: De EU streeft ernaar, om geen concurrentie op arbeidsvoorwaarden te laten plaatsvinden. De opstellers van de notitie blijken niet te beseffen, dat arbeidsvoorwaarden geen Europese- maar een nationale bevoegdheid zijn. Poolse arbeiders, ook als ze in Nederland komen werken voor een Pools bedrijf, zijn gebonden aan de per bindende CAO vastgelegde arbeidsvoorwaarden in hun sector. Bolkestein heeft aanvankelijk wel geprobeerd, om dat per Europese richtlijn af te schaffen, maar daarin kreeg hij zelfs het U.K. niet mee. Minimumlonen bestaan, behalve op Cyprus in alle huidige EU-lidstaten: Waarom stelt de notitie dat dan nu als een belangrijke eis?

* Sociale minimumnormen voor heel de EU: Het lijkt een mooi beginsel. Maar het is niet te combineren met de door de notitie zo sterk bepleite subsidiariteit (nationale staten moeten in zoveel mogelijk gevallen zelf kunnen beslissen).

Natuurlijk bepleit de notitie ook een aantal zaken, die hard nodig zijn, zoals een grotere democratische controle door nationale- en Europese parlementen. Het voorstel voor een grondwettelijk verdrag voorziet daarin in zekere mate.“Terecht wordt ook vastgesteld, dat nationale politici meer verantwoordelijkheid moeten nemen als medebestuurders van Europa.” En ja, dat is dus precies waar men met een grote boog omheenloopt. De bestuurders zouden moeten uitstralen: “We zijn Europa”. Maar dat willen of kunnen ze niet.

Europa als verantwoordelijkheid, noodzaak en perspectief

Zo beklijft het beeld van een vreemde-, oncontroleerbare, bemoeial, symbool voor de mondialisering (globalisering), tegenwoordig ook nog gepaard aan terrorisme, die doordringt tot in de huiskamers van dorp Nederland en zijn schuilkerken.

“Dit discussiestuk kan sommige wethouders en bestuurders van woningcorporaties in slaap wiegen. Gewone burgers – consumenten, werknemers, ondernemers – schieten er weinig mee op.”

Zo besluiten de beide economen hun kritische bespreking van het PvdA-discussiestuk over Europa. In slaap wiegen is niet hetzelfde als vertrouwen herstellen. Dat vertrouwen zal er pas komen, als wordt betoogd en aangetoond, dat de EU geen onderdeel van -, maar nu juist een bescherming is tegen - sommige sterk negatieve uitwerkingen van de globalisering, een bescherming en een perspectief die Nederland op zijn eentje nooit zal kunnen realiseren. Alleen gezamenlijk kan Europa voorkomen, dat de strijd op leven en dood om energiebronnen, levensruimte en godsdienstfanatieke issues, voor uw huisdeur wordt uitgevochten. Als de EU, in de persoon van commissaris Pascal Lamy (Franse socialist), niet zo krachtig tegen de staalsubsidies van Bush was opgetreden en niet ons gelijk bij de WTO had gehaald, stonden er al een paar jaar lang geen hoogovens meer in Ijmuiden.

De EU is al lang een noodzaak. Maar ze is meer: Ze is ook een uitzicht op een betere en efficiëntere bestrijding van terrorisme en zou een vredesmacht in de wereld kunnen zijn, die de gevaarlijke uitwassen van het beleid van de huidige wereldmachten voorkomt en bestrijdt.

Verantwoordelijkheid nemen, is voornemens in besluiten en standpunten omzetten.

Wie begint?


Geen opmerkingen:

Related Posts with Thumbnails