30 november 2005

Xenofobie-Watch: Finkielkraut excuseert zich en beweert het omgekeerde.

Alain Finkielkraut (Parijs, 28 nov. 2005); foto 'Le Monde'

Wat jammer nou voor Sylvain Ephimenco! Grote Broer Alain Finkielkraut (filosoof te Parijs) werd, vanwege zijn racistische opmerkingen over immigranten in Frankrijk in het Israëlische blad Haaretz (18 november), door Franse antiracismebewegingen als MRAP met een proces bedreigd. In "Le Monde" van gisteren trekt hij haastig zijn uitlatingen in.

En beweert het omgekeerde:
"Le personnage que désigne cet article m'inspire du mépris, et même du dégoût. Je ne suis pas ce frontiste excité nostalgique de l'épopée coloniale. J'essaie seulement de déchirer le rideau des discours convenus sur les événements actuels. Lui, c'est lui, et moi c'est moi. A ma grande stupeur, depuis mercredi, nous portons le même nom."
("De persoon die in dat artikel naar voren komt, vervult me met verachting, ja zelfs met walging. Ik ben niet die opgewonden FN-aanhanger, die nostalgisch terugkijkt op het koloniale tijdperk. Ik probeer alleen maar een doorbraak te forceren in de routinematige praatjes die over de huidige gebeurtenissen opgeld doen. Die (persoon), dat is hij, en ik ben ik. Tot m'n grote schrik, dragen wij sinds woensdag [23 november, toen in Le Monde een verontwaardigd stuk verscheen over AF's uitlatingen in Haaretz, HR] dezelfde naam.")
En dan begint de draaikonterij:
- Nee, het kolonialisme was geen "zegen voor de gekoloniseerden", het was misschien wel een misdaad tegen de mensheid, maar toch lang niet zo erg als de Shoah. En de Arabieren zijn ermee begonnen, voordat de westerlingen het overnamen in de 17e eeuw.
- Nee, de immigranten, die de autochtonen "Fransen" noemen, hoewel ze zelf toch ook Fransen zijn, hoeven (en kunnen) niet Frankrijk (te) verlaten. Zijn vader zèlf, Pools-Joodse immigrant, had het ook altijd over "de Fransen".
- Islamistische raddraaiers achter de rellen? Welnee, de godsdienst speelde alleen een rol als 'identiteitskenmerk'. Zoiets als Nike, dus. (Mij benieuwen, of Ephimenco nu een rectificatie in Trouw gaat opnemen... HR).
- Antiracisme is even verkeerd als racisme. Want beiden maken geen onderscheid tussen reëel bestaande etnische kenmerken (eigenschappen, ideeën) enerzijds, en opvattingen die alleen uit angst en vooroordeel voortkomen, anderzijds. AF blijft het huidige antiracisme een groter gevaar vinden dan het racisme, maar erkent, dat dat laatste toch ook een rol speelt bij de motivering van de relschoppers.
- De opstandige jongeren zijn 'consumentisten': ze hebben een 'syndicale relatie' tot de werkelijkheid. Ze weten alleen maar te vragen, vragen, vragen en eisen. Dat is natuurlijk ook niet aan henzelf te wijten, maar aan het feit, dat de Franse staat, de Franse ideologie, hen afhankelijk maakt. Het republikanisme is van zijn inhoud ontdaan door de Fransen-zelf. [Hé: wat hebben we nu? AF maakt ook onderscheid tussen "Fransen" en anderen! HR] Ze moeten weer trots worden op hun cultuur, dan komt de integratie, via de school en de taal, ook wel goed op gang.
- Als AF's Le Pen-achtige opmerking over het Franse voetbalelftal, dat zelfs niet meer 'black-blanc-beur' is, maar 'black-black-black', ter spake wordt gebracht, dan moet vader Finkielkraut er weer aan te pas komen. Die maakte honende opmerkingen over datzelfde elftal in de 50er jaren, toen het voornamelijk uit Hongaren, Polen en andere immigranten bestond. De goede oude Finkielkraut ergerde zich blijkbaar aan het Franse chauvinisme, en maakte daar grapjes over. Die humor was kennelijk aan zijn doodserieuze zoon niet besteed. Die haast zich nu te zeggen dat hij de stervoetballer Zidane (Algerijnse immigrant) 'vereert'.
- Met al deze 'preciseringen', zo zegt de filosoof, blijft hij bij zijn standpunt, al wil hij nog wel graag kwijt, dat hij niet in de Verlichting gelooft en dus ook geen onderscheid wil maken tussen 'wilden' en 'beschaafden', zoals hij in Haaretz zei.

Nu eens kijken, of Ephimenco ook gaat 'preciseren'.

25 november 2005

Linkse Schuilkerk (3a): Over Hutspot Holland (Anja Meulenbelt)


Hutspot Holland
Gesprekken over de multi-etnische staat van Nederland

Aankondiging van het in de vorige blog aangekondigde boek op de website van Forum (Immigrantenstichting):

"Op heel wat plaatsen lijkt de nuance binnen de integratiediscussie zoek. Hutspot Holland schept orde in de chaos. Zestien beschouwers en opinieleiders komen in het boek uitgebreid aan het woord over onderwerpen die met de multi-etnische samenleving samenhangen.

In de publicatie staan bijdragen van Jan Marijnissen, Ruben Gowricharn, Han Entzinger, Mohammed Benzakour, Ruud Lubbers, Paul Cliteur, Job Cohen, Paul Schnabel, Femke Halsema, Marco Pastors, Anil Ramdas, Geert Mak, Jan van Hooff, Sadik Harchaoui, Ian Buruma en Gabriël van den Brink.

Samenstelling: Guido Derksen Uitgave van Atlas, Amsterdam 477 blz.; ISBN 90-450-1465-3, € 24,90"

De "avond onder vrienden" van de vorige post ging over dit boek. Hierboven dus de gegevens.

Een stukje bespreking vinden jullie in de volgens mij heel goede weblog van Anja Meulenbelt, in haar "dagboek" van vandaag.

Een citaat:

Ik lees in Hutspot Holland. Interview met Ruben Gowricharn, altijd goed voor een paar frisse onconventionele gedachten.

In de meeste samenlevingen worden verschillen tussen mensen als een natuurlijk en vanzelfsprekend gegeven gezien, zegt hij. Men zou het raar vinden als iedereen op iedereen ging lijken. We zijn immers geen klonen van elkaar.

Men zou het in Suriname heel raar vinden als een Javaan op een Hindoestaan zou willen lijken. Dan zou iedereen denken: wat heeft hij nou? Maar hier in Nederland wordt er geapplaudisseerd als een allochtoon op een autochtoon gaat lijken. Men doet alsof dat normaal is, maar het is niet normaal. Het is typisch iets voor Europa.

In Nederland is er een vrij dwangmatige neiging om alles homogeen te maken. Iedereen zoekt vertrouwdheid in zijn omgeving, in zijn naaste kring. In Nederland is men erg beducht voor het verlies van die vertrouwdheid door de binnenkomst van nieuwe groepen. Vervolgens ontzegt men die groepen het zoeken naar vertrouwdheid in eigen kring, omdat dat ten koste zou gaan van de vertrouwdheid van de Nederlander. (vet van mij, HR)

Ik ken maar twee voorbeelden uit de Nederlandse geschiedenis van groepen die zich echt af wilden sluiten, maar waarbij het ook niet gelukt is: de Molukkers en de Friezen. Nederland is gewoon te klein om je volledig af te sluiten van de samenleving.

Het vetgedrukte stukje bevestigt nu precies wat ik eerder schreef over de integratiedwang: "Men moet integreren (bedoeld wordt: assimileren). Maar àls de immigranten dat doen, emanciperen ze tegelijk ook. Dat betekent dat ze plaats gaan innemen in het maatschappelijke krachtenveld. En omdat Nederland "te vol" is (ander axioma), mag dat ook weer niet."

Lees ook de rest van het stuk van Anja. Ik kan het niet beter zeggen. :-)

Huib on Urban Travel: Vooruitgang in Achterstand, Amsterdam 17-11-05


Freek Salm, bekend van originele aanpak multiculturele samenleving in de Baarsjes en van idem in de Amsterdamse binnenstad wat betreft verdachte onroerend-goed activiteiten, bezig om de Conferentie "Achterstandswijken" (17 november 2005) in het Terra College (Slotermeer) te verlaten. Freek was er o.m. inleider in de werkgroep over participatie van allochtonen. Posted by Picasa

Het congresdocument, te vinden bij het stedelijk expertennetwerk Poseidon, kondigde het volgende aan:
Samenwerking in de buurt: een duizendklapper. Kan de gemeentelijke overheid echt samenwerken met anderen bij het beheer van de buurt? Het lukte Freek Salm in De Baarsjes. Hij vertelt over zijn eenvoudige maar toch krachtige aanpak; over hoe hij verkokerdeorganisaties laat samenwerken bij buurtbeheer; over hoe hij het middenmanagement in de tang nam. Maar ook over wat hij nu anders zou doen. Marianne Dijkstra van BMC heeft in verschillende lijnfuncties organisaties aangestuurd. Met haar brede horizon vertelt zij hoe ze deze organisaties een horizontale mindset gaf.
En zo was het ook: Af en toe moeten de projektmanagers in stadsdelen de verschillende diensten en hun ambtenaren met de koppen tegen elkaar slaan. "Partnership" en samenwerking: het gaat echt niet vanzelf. Trouwens, "inspraak" van bewoners en/of betrokkenen, leidt maar al te vaak tot het creëren van een geselecteerd groepje, dat te manipuleren is door de officiële instanties, en dat zich automatisch afgrenst van de "gewone" betrokkenen.
Het gaat op den duur niet, als de stad of het stadsdeel, met hun gekozen gemeenteraden, niet als een superprojectleider waken over de gang van zaken in het samenwerkingsverband. De gemeente kan niet, zoals in Engeland het geval is, als één van de zwakkere partners binnen een samenwerkingsverband worden gedwongen.
In de werkgroep kwamen veel praktijkvoorbeelden aan de orde van hoe je wèl bewoners of organisaties die zich mede als overheid beschouwen, tot medewerking kan bewegen aan het oplossen van konkrete-, vaak onvoorziene-, problemen.
Het merkwaardige van participatieprocessen is, dat het juist vaak niet de bewoners zijn, die het niet aankunnen, maar dat het overheidsdiensten zijn, die niet samen door één deur blijken te kunnen. Dat bleek overigens ook in de URBACT werkgroep over bewonersparticipatie op het Liverpool-congres van 14/15 november, waarover ik schreef. Bewoners en andere "publieke" betrokken begrijpen meestal heel goed, dat participatie een onderhandelingsproces is. Met geven en nemen. Overheidsdiensten en private partners, willen of kunnen, als het erop aankomt, op het nivo van de wijkparticipatie geen bindende overeenkomsten aangaan. Ze zoeken het "hogerop" of gaan in staking. (Voorbeeld uit Kopenhagen en uit Zuid-Italië in Liverpool, vergelijkbaar met rol woningbouwcorporaties in Amsterdam.)
Wat ik altijd het leukste vind, dat is, als de projectleiders een Tijl-Uilenspiegel rol gaan vervullen, als ze middelen gaan hanteren, die nergens 'in het boekje' staan. Niet-participerende hinderlijke bewoners worden gedisciplineerd met de belofte van een tienprocentskorting in de hobbyhal, als ze meehelpen om het trappenhuis veilig te houden. (Knutselpaleis heeft belang bij groei van zelf-grootonderhoud door huurders. Een win-win situatie dus, voor alle betrokkenen.) En het werkt! Aan verschillende kanten. Voor de buren, voor de sfeer op straat, voor de integratie, voor de corporatieve huiseigenaar, voor de polyochtone kinderen van het trappenhuis, die weer met elkaar gaan spelen, dus ook voor de school, want de kinderen leren de taal het snelst van elkaar en -tenslotte- ook voor het projekt als geheel.
In plaats van pogingen om bewoners op kleur en inkomen te selecteren (Rotterdamse methode, op deze conferentie, naar ik meen voor het eerst, hardhandig geconfronteerd met de zogenaamd "softe" Amsterdamse-), omgekeerd uitgaan van de tegenwoordige bewoners-zelf en praktische oplossingen bieden, die een emancipatieproces genereren. - Het was lekker ouderwets een uurtje 'freken', daar in die Slotermeerse VMBO-school!

We komen nog terug op het optreden van stadsfilosoof Barry van 't Padje uit Almere, een straatfilosofische act, die de hypocrisie van het Nederlandse inspraakbegrip, in een Socratische dialoog met de zaal, duidelijk maakte.

Hier nog tenslotte even iets over de interessante lezing van de Utrechtse onderzoekster Karien Dekker, verbonden aan het Urban and Regional research centre, Universiteit Utrecht:
Karien Dekker zette het venster naar Europa open. Ze ging in op het Restate project, waarin 29 naoorlogse wijken in een aantal Europese landen onder de loep zijn genomen. Doel van het project was onder andere om interventies in deze wijken op sociaal, economisch en fysiek vlak inzichtelijk te maken. Ook zijn de effecten van deze ingrepen op de wijkontwikkeling onderzocht.
Heel insteressante uitkomsten op wijk- en op nationaal niveau. Niet de etnische- of religieuze samenstelling van het bewonersbestand blijkt gecorreleerd met de (on)tevredenheidsscore, maar heel andere factoren, zoals die van de zichtbaarheid en betrokkenheid van het (overheids-)optreden en de mate van fysiek isolement ten opzichte van de stad of agglomeratie. Sloop- en nieuwbouw binnen Bijlmer-achtige complexen blijkt tot vertraging in plaats van versnelling van de take-off (van emancipatie en integratie) te leiden. Renovatie via consensus (waarbij gedeeltelijke sloop en nieuwbouw bepaald niet zijn uitgeloten) is veel effectiever en goedkoper. Dit leidde tot een verbale clash met de Londense spreker, die naar mijn indruk een fervente verdediger is van de ook in Engeland zeer omstreden massale sloopplannen van minister Prescott.
Terwijl tegelijkertijd een ander onderdeel van dat ministerie hard bezig is, om indicatoren te vinden voor het monitoren en waarderen van de 'sterkte' van (wijk-)gemeenschappen. Een en ander is uitgewerkt in een 'Gereedschapskist van indicatoren van de praktische effecten van community involvement'. Op dat punt valt er nog veel van het Uk te leren in Europa.
Het gaat hierbij om een andere Britse traditie in de stadspolitiek, voortgekomen uit het daar goed gewortelde opbouwwerk (Community Development), die helaas in de rest van Europa sterk onderbelicht blijft in vergelijking met de ideologische privatiseringskrachtpatserij, die de Britten bij ons graag tentoonstellen.
Een leerzame en goed georganiseerde dag, zowel voor de vele aanwezige beleidsambtenaren als voor de vele praktijkwerkers, die er waren.

Linkse Schuilkerk (2): Een Avondje onder Vrienden

Donderdagavond 17 november was er in Amsterdam (De Balie) een debat naar aanleiding van de verschijning van 'Hutspot Holland' van Guido Derksen, een bundeling gesprekken waarin is gezocht naar de nuance in de multi-etnische discussie. Stef Blok hield een inleiding waarna het debat onder leiding stond van Pieter Hilhorst. Het boek 'Hutspot Holland' wordt uitgegeven door uitgeverij Atlas en FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. In het boek staan interviews met o.a. Ruud Lubbers, Femke Halsema, Marco Pastors, Mohammed Benzakour en Ruben Gowricharn.
Holland is de kluts kwijt, maar er is nog hutspot over van gisteren.

Het werd een genuanceerd avondje-onder-vrienden, daar in de donkere grote zaal van de Balie. Marco Pastors, de onlangs wegens discriminerende uitspraken heengezonden LPF-wethouder van Rotterdam, kon niet komen. Het aangekondigde jongerenforum ging ook al niet door. We waren het allemaal ongeveer eens, we waren in meerderheid boven de 50, en we waren heel netjes. "Genuanceerd", heet dat. Wat ons zou hebben kunnen scheiden, werd zorgvuldig vermeden. Het was ongeveer, zoals de CPN vroeger omging met de enkele "progressieve gelovige", die ze hadden weten te strikken voor één of ander comité: Er werd eerbiedig geluisterd naar het genuanceerde verhaal van Stef Blok (VVD-kamerlid, voorzitter van de enquêtecommissie van de Tweede Kamer over de integratie van vreemdelingen in Nederland), zonder dat de namen van diens gezichtsbepalende partijgenoten Hirsi Ali of Rita Verdonk in de discussie vielen. Niet éénmaal. Ruud Lubbers, tijdelijk minder reçu in internationale organisaties en in zijn CDA, beschouwde de avond kennelijk als een statie in zijn boetedoening voor begane zonden, inhoudende een pelgrimstocht door de Linkse Kerk, en bepleitte met aanminnige grijns "gelijkheid van man en vrouw", zonder dat er ook maar èrgens in de zaal wat gemurmel opsteeg.
Uiteraard moeten we blij zijn, wij grijze ex-idealisten van Links, dat we uit zo onverwachte en onverdachte hoek bondgenoten hebben. Maar bondgenoten voor wàt? - Bondgenoten voor de nuance, voor het netjes zijn en voor het fatsoen. Idealen van grijze muizen, linkse kerkmuizen die hun Godshuis niet uit durven komen. "Fatsoen": een sleutelwoord van het nieuwe pvda-programma-manifest. Het woord komt 24 keer voor op de 14 kleine paginaatjes. 't Woord verklaart niets, het verhult. Een dooddoener. Honderdvijftig jaar geleden al onmogelijk gemaakt door Multatuli ("De Hallemannetjes die zoo byzonder fatsoenlyk waren", afgekort: "dzbfw").
Maar, terug naar de Balie, want ik overdrijf: Er waren wel degelijk ook mensen aanwezig die wèl voor en na het zingen de kerk uit komen en moedig opkomen tegen de boos geworden buitenwereld: Geert Mak, bij voorbeeld. En ook niet-aangekondigd forumlid Gabriel van den Brink mag er wezen. Maar de meeste indruk op mij maakten toch wel enkele (vrouwelijke, allochtone en wat jonger dan het gemiddelde van het publiek zijnde) diskussianten.
Eén van haar, denkelijk doelend op Ajaan Hirsi Ali, op meneer Kisic van de zuideuropese immigranten en misschien op Ephimenco, voerde een voor mij nieuwe-, maar o zo doeltreffende karakterisering in, in de Nederlandse minderheden-vaktaal: "over-geïntegreerd". Het is een ander, beter, woord voor over-enthousiaste bekeerlingen, neophyten, die zich om allerlei, diep in de ziel verborgen, redenen het felst keren tegen degenen die vlak na hen komen op de integratie (en emancipatie-) ladder. En die vaak de neiging hebben, om de gemeenschap waarin ze zich opgenomen weten (of denken) slapheid, verraad, "nuancering", cultuurrelativisme en kosmopolitisme te verwijten. Zie Ajaan Hirsi Ali en Wiegel, dezer dagen.
Ik kan er niet goed tegen, dat ik godbewaarme op mijn oude dag nog eens 100% aan de kant van hans Wiegel, de demagoog en populist van een andere tijd, beland! En, ja, zijn schriftelijk antwoord aan Hirsi Ali is nog waardig en treffend ook. Was de PvdA maar zo opgekomen voor Ed van Thijn (ook aanwezig, geen spreker), toen die door Pim Fortuyn werd uitgesloten van diskussie tussen geïntegreerden, niet omdat hij als jood onvoldoende geïntegreerd was, dat kon zelfs Pim niet uit zijn pen krijgen, maar omdat het niet "eerlijk" was van de PvdA, om iemand die zo "belast" is door het leed van zijn familie en hemzelf, vooruit te sturen. Niet Ed, maar Pim als slachtoffer van de holocaust...
Maar toch. Er rommelt wat in de verte. Hier en daar steekt een linkse kerkmuis zijn snuitje voorzichtig buiten de deur. In vredesnaam dan maar, als het onder het vaandel van "fatsoen" moet, dan maar onder die vlag. "Fatsoenlijken aller landen, verenigt u!"
Antiracisme is fatsoenlijk. Kijgt Alain Finkielkraut (Haaretz, 15 november) toch gelijk: "Antiracisme is het communisme van de XXIe eeuw."
Zoek de nuance!

15 november 2005

Ephimenco vergeet de OAS en haalt een zwart voetje bij de polder-neoconservatieven

(Jacquerie: Wilde opstanden van de “jacques”, de “japen”, lijfeigene boeren aan het eind van de Middeleeuwen in Frankrijk. Staken hoeven, stallen, oogsten in brand en trokken plunderend door dorpen en steden. Geen ideologie, geen concrete eisen. Alleen woede.)

De voorsteden-jacquerie in Frankrijk is uiteraard gefundenes Fressen voor de Theo-van-Gogh brigade in Holland. Voor Ajaan Hirsi Ali, voor Afshin Ellian en anderen, staat natuurlijk vast als een huis, dat het gewelddadige karakter van de Islam erachter zit. Ik was benieuwd, wat medebrigadier Silvain Ephimenco, die Frankrijk goed kent en die zelf in de troosteloze cités heeft gewoond, er in zijn tegenwoordige lijfblad, de neoconservatieve wekelijkse bijlage van Trouw, ervan zou maken. Ik ben op mijn wenken bediend.

Onder de titel “Waarom staat Frankrijk in Brand?”, heeft Ephimenco 8 halfhoge kolommen nodig, om het islamitische fundamentalisme nog maar weer eens aan het kruis te nagelen. Jazeker, erkent hij, leven in de geïsoleerde buitenwijken en met de nek worden aangekeken door de andere Fransen – het is onverdraaglijk. Hij heeft het zelf meegemaakt, toen hij als kind in 1962 moest vluchten uit het onafhankelijk wordende Algerije en samen met een miljoen andere ‘pieds-noirs’ (arme, niet Arabische en grotendeels niet-islamitische inwoners van Algerije, die, wegens hun zware werk “zwarte voeten” hadden), in de sociale afvoerputten van Frankrijk terechtkwam.

Maar, zo betoogt hij, wij lieten ons niet op de kop zitten. Wij namen slechtbetaalde baantjes aan, begonnen een zaakje en emancipeerden onszelf weg uit de cités.

Volgens Ephimenco, doen de islamitische immigranten van nu, dat niet, of althans veel minder, dan de pieds-noirs.

Dat is om twee redenen een valse voorstelling van zaken.

In de eerste plaats, is iedereen het erover eens, dat ook de islamitische (en niet-islamitische) immigranten van de tegenwoordige cités, in overgrote meerderheid oppassende burgers zijn, die hard werken en met grote snelheid emanciperen. De gewelddadige jongeren zijn een kleine minderheid, waartegen de meerderheid steeds duidelijker optreedt. (Die meerderheid is ook in meerderheid Islamiet, trouwens! Zegt dat dan ook iets over de Islam als bron van geweld?).

In de tweede plaats, denk ik, dat de jaren bij Ephimenco enige vertekening hebben veroorzaakt in zijn herinneringen. De pieds-noirs waren helemaal niet zo’n rustig en godvrezend volkje als beschreven. In de eerste plaats waren ze zich tijdens de Algerijnse oorlog op grote schaal te buiten gegaan aan genocide op Arabieren. Natuurlijk niet allemaal: maar ik schat dat een grotere minderheid onder hen heeft deelgenomen aan (racistisch) geweld, dan nu onder de bevolking van de voorsteden in Frankrijk het geval is. En – hielden ze zich na hun vlucht naar Frankrijk zo rustig? Men vergeet zo snel: De kolonies van de gevluchte Fransen (en zich als Fransen beschouwende andere remigranten) zaten vol wapens, geheime cellen van staatsgreep-beluste fanaten en revanchistische plannen.

De mensen zelf, machteloze slachtoffers van een oorlog voor een Algérie Française (dat nooit het hunne was geweest, ze hadden er hoogstens hun voeten voor vuil moeten maken), kwamen niet verder dan destructieve acties en rancuneus gekanker in bistrots. Maar, zoals altijd het geval is bij ongerichte (rancuneuze) energie, er waren fundamentalisten, die invloed trachtten te krijgen over hun hoofden heen. En niet de eersten de besten.

Ik denk aan de franco-fundamentalisten van de OAS, het “geheime leger”, gevormd door een mengsel van in- en buiten- dienst zijnde militairen en (blanke) burgers. Mensen die eerst De Gaulle aan de macht hadden geholpen, zich daarna door hem verraden voelden, nog in 1960 in Algiers in opstand waren gekomen en, na hun terroristische aanslagen in Algerije op FLN- en andere Arabische kaders, dergelijke terreur voortzetten in Frankrijk-zelf. Een bijna geslaagde moordaanslag op De Gaulle, in Clamart bij Parijs, werd door deze lieden uitgevoerd. Was dat minder erg, minder terroristisch, meer Frans, dan wat in de laatste dagen door jongens in de Cités is gedaan?

Natuurlijk bedoel ik niet, dat Sylvain Ephimenco of zijn familie onverbeterlijke terroristen zijn, vanwege deze geschiedenis uit de aanpassingsperiode van de pieds-noirs. Eenvoudige vluchtelingen, als de Ephimencos vermoedelijk waren, hadden daar niets mee te maken. Maar de OAS-achtige groepen, waren wèl de enigen die voor hen opkwamen, althans, zo zagen velen van hen dat. Ze waren het hoogstwaarschijnlijk niet eens met de terroristische methoden, maar ze onthielden zich er zoveel mogelijk van, om daar openlijk blijk van te geven.

De gevluchte ‘Frans-Algerijnen’ werden toen, jarenlang, en ten onrechte, allemaal door de doorsnee-Fransen als potentiële OAS-terroristen gezien. Le Pen, zelf militair geweest in Algerije, ontleent er nog altijd een stuk van zijn rancuneuze aanhang aan.

Het is toch wel een beetje tragisch, dat datgene wat Ephimenco ongetwijfeld voor zichzelf goed weet te onderscheiden, namelijk zijn eigen ellende als onwelkome immigrant enerzijds, en de terroristische profiteurs van de OAS anderzijds, - dat dat onderscheid voor hem niet mag gelden voor dat tussen de huidige onwelkome immigranten en de terroristische profiteurs die van hun blinde woede trachten te profiteren.

Dat laatste is dan ook precies, wat Fadela Amara (initiatiefneemster van moslima - bevrijdingsorganisatie ‘ni putes, ni soumises’) bedoelt met haar door Ephimenco uit ‘De Morgen’ geciteerde uitlating: “Het geboefte van drugshandelaars en gangsters, maar zeker ook islamisten van de banlieues, doen hun uiterste best om de rellen nieuw leven in te blazen.” Ze heeft het over lieden die van buiten komen, niet over de jongeren zelf. Het gaat haar om profiterende organisaties, zoals de OAS er een was, indertijd.

Maar Ephimenco maakt van alle hout brandhout. Blijkbaar bij gebrek aan harde bewijzen.

Top-neoconservatieven als Jaffe Vink en professor Kinneging, de huidige profeten van deze Trouw-bijlage, maken hun handen (en voeten) niet vuil aan dergelijk Wilders-achtig anti-islamitisch fundamentalisme. Maar, naar het voorbeeld van de Amerikaanse neocons, laten ze zich graag passief het onverlicht fundamentalisme aanleunen. De neocons van de "Weekly Standard" zullen zich nooit distantiëren van zoiets als de 'intelligent design' (ontkenning van de evolutieleer), hoewel ze "i.d." zeker en vast de grootste onzin vinden. Maar wel laten ze christenfundamentalisten, als het hun zo uitkomt, hun gang gaan in hun kolommen. De Nederlandse neoconservatieven hebben dat spelletje overgenomen. Het American Enterprise Institute (de neocon-denktank, zoiets als de Burke-stichting hier was, voordat ze tot een revolutionaire cel werd omgebouwd door secretaris Bart-Jan Kruijt), was daar bij hun bezoek aan Nederland niet erg van gecharmeerd, (zie mijn stuk in At Home in Europe, juli 2005). Maar laten we zeggen, dat de Nederlandse variant de ruimte heeft gekregen, om zodoende hun voetvolk te verwerven.

Ephimenco is, 45 jaar na zijn eerste emigratie, ergens thuis gekomen, waar hij zeker niet wil zijn: net als zijn voorouders in Algerije, maakt hij vuile voeten voor lieden die hun eigen verborgen programma over zijn rug uitvoeren.

14 november 2005

URBAN Antwerpen 12/11: Franse voorstedenrellen

URBAN Antwerpen: Banlieues d’Europe en de Franse Voorsteden-Jacquerie 10/11/05

Dagblad ‘De Morgen’ (Brussel), een van de beste Nederlandstalige dagbladen, levendig als Het Parool, degelijk en alert als de NRC, zij het minder high-brow, schrijft op 12 november over het 12e banlieues-d’europe-congres in het Cultureel Centrum Berchem (Antwerpen) [krant verscheen niet op 11 november, wegens Belgische nationale herdenking van de Wapenstilstand van 1918].

Over Banlieues d’Europe, zie www.huibs.net .

Zie ook vorige post.

Over gebeurtenissen in Franse voorsteden, schreef ik in deze blog (het hamburgerkalifaat) en in At Home in Europe.

Jean Hurstel (voorzitter Banlieues d’Europe, directeur cultureel centrum La Laiterie in Straatsburg):

“[…] De rellen zijn niet nieuw, er zijn al dertig jaar lang problemen. De politiek weet niet hoe ze de diversiteit moet aanpakken. Nochtans hebben vele culturele projecten hun doeltreffendheid bewezen Hiphop en theaterprojecten hebben jongeren met diverse achtergronden samengebracht.”

Die aanpak kan nu niet meteen toegepast worden op de brandende banlieues.

“Nee, we moeten zes maanden wachten en alles tot rust laten komen. Laat de burgemeesters het aanpakken. Zij zijn daar het best voor geplaatst, niet de police nationale. Je moet luiteren naar de jongeren en een constructieve dialoog aangaan.”

In Antwerpen hield Eric Corijn, professor Sociale en Politieke Geografie aan de Vrije Universiteit Brussel, een opgemerkt pleidooi voor de stad, en niet de natiestaat, als motor van interculturele projecten, integratie en democratie.

“Ik geloof in de visie van Corijn”, aldus Hurstel, “[…] In de woestijn vind je geen oplossingen.”

Corijn bepleitte op het congres het betrekken van de jongeren bij herstel- en wederopbouw in hun wijken, een stop op intimiderende politie-acties en –contrôles. “’t Stad is van iedereen”, zegt men in Antwerpen. Er moet weer ‘police de proximité’ (wijkagenten) komen.

Nogmaals, beste Ephimenco, beste Hirsi Ali en Efshin Ellian, ook hier werd weer eens aangetoond, dat de wanhopige, destructieve en provocerende doelloze acties niets met de Islam te maken hebben. Bij dergelijke anarchistische opwellingen, dergelijke jacquerieën, zijn er altijd groepen die in troebel water trachten te vissen: revolutionaire secten, en ook islamistische fundamentalisten. Natuurlijk gaat dat zo, nu die daar zozeer in de mode zijn en zelf ook geen greep op die jongens hebben. Er is, zoals Corijn en Hurstel betogen, in Frankrijk een feitelijke situatie van apartheid gegroeid. Voor de uitgestotenenen is dat des te erger, omdat de officiële ideologie uiterst unitair is. Hoezeer de Fransen voor zichzelf een “exception culturelle” bepleiten op het internationale vlak (en gedeeltelijk terecht...) : - Voor diversiteit op eigen bodem hebben ze een blinde vlek. Dat is even verkeerd (in zijn uitwerking, niet in zijn principe) als het omgekeerde: alleen de verschillen willen zien en daaruit alles verklaren.

13 november 2005

URBAN 3 conferenties

URBAN: 3 conferenties Antwerpen-Liverpool-Amsterdam
Aangekondigd op www.huibs.net :
  • 12e Ontmoetingsdagen van ‘Banlieues d’Europe’: locale culturele initiatieven, 10-12 november 2005 in Antwerpen (Berchem) [Zie beschouwing in volgende post]

  • 2e Jaarconferentie van URBACT, netwerk van thematische stedennetwerken, 14-15 november 2005 in St. Georges Hall, Liverpool [zie eerste impressies in mijn blog “At Home in Europe” www.huibriethof.blogspot.com ]

  • (Nieuw:) Poseidon-conferentie Geuzenveld-Slotermeer: strategieën voor participatieve stadsdeelrenovatie in Amsterdam, 17 november 2005.
Dit is vermoedelijke de laatste serie internationale bijeenkomsten van 2005 waaraan ik deelneem.

Het is een mooi boeket:

Waarom?
- Voor een goede stadspolitiek moet er met de bewoners gewerkt worden. Participatieve structuren (inspraak, overleg) op zich, zijn nodig, maar niet genoeg.
De betrokkenen (bewoners, diensten, ondernemers) moeten het zelf gaan doen. Dat is de enig mogelijke vorm van duurzaamheid en van duurzame ontwikkeling.
De moeilijkst tot zelfbeheer te bewegen groepen, zijn die van de bewoners.
Er is geen structuur, ervaring en kennis zijn geïmplodeerd, er is isolement van groepen, generaties, geslachten en individuen. Toch ligt er geweldig veel know-how, ervaring en energie verborgen achter cynisme en gebrek aan zelfvertrouwen.
Een onverwacht efficiënte manier van mobiliseren van wijkbewoners, is een beroep te doen op hun artistieke kwaliteiten en ervaringen. Elders heb ik beschreven, hoe dat in zijn werk kan gaan.
Nodig daarbij, zijn onafhankelijke en toegewijde professionele kunstenaars. Acteurs, beeldend kunstenaars, dichters – ze kunnen de beste opbouwwerkers zijn die je kunt verzinnen. Binnen de wijk ontstaat respect voor elkaar. Naar buiten toe wordt die afgedwongen. Door eigen ervaringen te verwerken en om te zetten in algemeen na te voelen evenementen, ontstaat vanzelf een netwerk met anderen, in andere wijken, andere steden, andere landen. Daardoor ontstaan in de ontwikkelingswijken krachtige en zelfbewuste partners.
Banlieues d’Europe werkt daaraan. Het is een insteek, die vooraal aan het begin van een lokaal emancipatieproces, doorslaggevend kan zijn.

URBACT vertegenwoordigt als het ware een volgende fase in de aanpak van stedelijke achterstandssituaties. Deze aanpakken vertonen in heel Europa gezien, een vrijwel oneindig aantal combinaties van brede -, over de grenzen van vakgebieden als bij voorbeeld onderwijs of woningbouw heen reikende -, lokaal geconcentreerde en systematisch op emancipatie gerichte -, strategieën. Alles hangt van de stad, de wijk, de mensen, de geschiedenis en de economische en fysieke mogelijkheden af. Hoewel dus elke lokale situatie en elke aanpak verschillend is, zijn de grote lijnen van de te volgen strategieën en de afzonderlijke vakmatige elementen overal opvallend gelijk. Daarom is uitwisseling van ervaringen op alle niveaus (politiek, ambtenarij, projectuitvoerders, bewoners, betrokken ondernemingen, sociale - en opbouw-werkers, politie, justitie, enz. enz.) zo vruchtbaar gebleken. (Europese uitwisselingsprogramma’s via netwerken). Binnen de politiek bestaat er geen geaccepteerde manier om met deze langjarige en met de huidige middelen moeilijk grijpbare beleidsvormen om te gaan. Maar evenmin binnen de wetenschap. Ze staat met de mond vol tanden als er geanalyseerd, gediagnosticeerd en vervolgens geëvalueerd moet worden. We hebben er lang op moeten wachten, maar nu bestaat sinds kort een Europees platform, het URBACT-secretariaat, geleid door stedelijke vertegenwoordigers uit heel Europa, dat zich met de “kapitalisatie” van ervaringen, studies en strategieën bezighoudt.
Gezamenlijk gefinancierd door Frankrijk en de Europese Commissie en sinds 1 november ondersteund door EUKN, het door Nederland geïnitieerde – en tot eind 2006 gefinancierde -, kennisnetwerk, tracht URBACT via enkele tientallen grote en kleine interstedelijke thematische netwerken (wonen, verkeer, veiligheid, cultuur, immigratie, enz. enz.) tot deze kapitalisatie te komen.

De problematiek die aan de orde komt in Amsterdam-Geuzenveld, tenslotte, is die van een pro-actieve aanpak van de te verwachten sociale en andere knelpunten bij de enorme fysieke buurtvernieuwing die daar aan de orde is. Gebruik wordt gemaakt van de aanzienlijke Londense ervaringen, terwijl tevens een confrontatie met de in mijn ogen regressieve (LPF-) aanpak van Rotterdam op het programma staat. De diagnose voor een integrale aanpak samen met bewoners en anderen, wacht hier dus niet tot het moment dat de problemen gaan optreden en zich onontwarbaar met elkaar gaan verknopen, maar loopt daarop vooruit. Je zou dit als een hogere fase van stedelijke achterstandspolitiek kunnen beschouwen, die haar waarde vooral ontleent aan omzetting van mogelijke knelpunten in nieuwe kansen voor mensen die daar, nu reeds, gebrek aan hebben.

Ik hoop, dat ik na deze drie conferenties kan evalueren, hoe het er nu, eind 2005, mee staat in de Europese stadspolitiek.

12 november 2005

Dick Pels' sterke Zwakte

Over 'Nederland dat de Kluts kwijt is': Natuurlijk houd ik mijn literatuur bij. Al is het moeilijk, met al die als boeken verklede pamfletten. En duur!

Voor Dick Pels' "Een zwak voor Nederland - ideeën voor een nieuwe politiek", Anthos, oktober 2005, 253 pp, € 19,95, maak ik een uitzondering met stip. Ik kocht het zaterdag jongstleden en heb de inleiding gelezen. De rest heb ik doorgekeken, maar komt gauw aan de beurt.

Wat ik zo lekker vind aan de eerste helft van de inleiding, het autobiografische gedeelte, dat is het verhaal over de oprecht kosmopolitische Hollander (Amsterdammer), die, bijna tot zijn eigen schaamte, ontdekt dat hij in internationaal verband sommige aansluitingen mist. En dat dat komt, omdat we wel degelijk een eigen "nationale" identiteit hebben. Nou ja, "identiteit"... Laten we zeggen: een bundel eigenschappen die anders zijn dan die van anderen. Waar we ons niet of nauwelijks van bewust zijn, zelfs als we het gymnasium hebben afgemaakt met 3 moderne vreemde talen en twee klassieke. Pels heeft (net als ik overigens) een konfrontatie nodig gehad met het dagelijks leven en werken in een andere taal en cultuur, om de gebreken en de kwaliteiten van die 'eigenheid' te ontdekken. En in te zien, dat we er nooit, maar dan ook nooit van los komen, hoezeer we ons ook weten aan te passen.

Ook ik dacht, toen ik aan het eind van de tachtiger jaren begon aan een Europese carrière, dat ik een "man zonder (nationale) eigenschappen" was. Maar de anderen zagen mij niet zo. Behalve misschien ten opzichte van Vlamingen (en dan nòg...), verscheen ik als een, weliswaar vakmatig best interessant, iemand, maar toch een exoot. Tot mijn schrik en aanvankelijke verontwaardiging, kwam ik tot de ontdekking, dat ik als inleider op internationale conferenties niet zozeer werd gezocht om mijn aanzienlijke internationale ervaring en kennis van emancipatiebeleid in stedelijke achterstandswijken, maar als exotisch versiersel. De schrik was dan ook vaak wederzijds: organisatoren hadden er helemaal niet mee gerekend, dat de exoot een serieuze bijdrage dacht te kunnen leveren. Ze namen het me soms zelfs bijna kwalijk.

Herkenbaar is ook Pels' beeld van werkvergaderingen in een vreemde taal binnen een andere vergadercultuur. In dergelijke vergaderingen gaat het vaak ècht ergens om: meestal de ve

(here, the rest of the text was lost yesterday night... HR)

rdeling van geld, macht en posities. Een insteek, zelfs als voorzitter van een dergelijke vergadering, die zich onbewust op het overleggende- en compromis-zoekende- poldermodel baseert, wordt ongenadig afgestraft. Want ze wordt als zwakte gezien binnen de hierarchische vergadercultuur. Een taalachterstand, al is het maar enkel in reactiesnelheid, wordt uitgebuit. Frustratie kan het gevolg zijn.

Maar nader beschouwd, is de ene vergadercultuur niet BETER dan de andere: ze zijn verschillend. Zodra je je daarvoor openstelt zonder vooroordelen, wordt het een verrijking van je competenties. Je past je aan, met behoud van eigen culturele competenties. Wat wèl overblijft, bij Pels, maar ook bij mij, is een bewustere waardering voor het eigene.

Ik ben thuis in Europa, maar toch nog het meest thuis in Amsterdam!

(updated 12/11/05, 14:38 MET)

11 november 2005

Linkse Schuilkerk (1a): De Koe


Foto: Bert Verhoeff (uit 'Trouw', Amsterdam 2005-11-05) - Voorblad van: Dick Pels: Een zwak voor Nederland - Ideeën voor een nieuwe politiek, Anthos, 2005, € 19,95.

Willem Breedveld wijst in zijn bespreking in Trouw van 5 november 2005 op de tragikomische parallel met het PSP-affiche uit 1973, toen met bevrijde blote vrouw en koe in de wei.

Nu is de koe in het water gevallen. Ze wou duidelijk van twee walletjes eten: Wel tolerant zijn maar niet verdragen dat anderen hun plek krijgen. Zonder hulp, kan ze zich niet bevrijden en zal steeds verder wegzakken in de modder. Op de achtergrond zijn de zondebokken van Theo van Gogh aan het geitenneuken.

Niemand is er bij, om de koe bij de horens te vatten. De boer zit in zijn linkse of rechtse schuilkerk. De welzijnswerkers zijn aan het vergaderen. Het dierenbevrijdingsfront slaapt uit na de nachtelijke aktie om ganzen te bevrijden.

Als het kalf verdronken is, dempt Koop-Tjuchem de put. Tegen een prijs, vermeerderd met opzet-kosten. Een waarheid als een koe.

Linkse Schuilkerk (1)

"Ons' Lieve Heer Op Solder" heette de bekendste Amsterdamse rooms-katholieke schuilkerk, waar in de zeventiende en de achttiende eeuw aanhangers van dat geloof bijeenkwamen, daar openbare uitingen ervan verboden waren.

Typisch voorbeeld van Hollandse tolerantie, in al zijn onopgeloste tegenspraken. Tegenspraak tussen 'bekend' en 'schuilen'. Tegenspraak tussen verbod en een oogje dichtknijpen. Tegenspraak tussen weigering te aanvaarden, maar wèl belasting erop heffen.

Het verschijnsel heeft zijn vrolijke kanten, maar is ook een cynische manifestatie van sociale luiheid. Tolerantie is namelijk niet wederkerig. Er is er één die tolereert en er is een ander die getolereerd wordt.

De tolerant verdraagt een relativering van zijn waarden en normen: Langs de achterdeur accepteert hij immers dat het daarmee zo'n vaart niet loopt, en dat wetten en regels die gebaseerd zijn op waarden en normen die hij zegt aan te hangen eigenlijk niet zijn zaak zijn, maar die van een verre overheid, of van een nog verder verwijderde God, Wiens wegen nu eenmaal moeilijk te doorgronden zijn. "Ga je gang maar. Ik heb niets gezien. Als je je maar koest houdt." Te lui om zijn eigen wetten toe te passen, of, beter nog, maar nòg meer extra werk: ze aan te passen, zodat ieder gelijke kansen krijgt.

Niet bepaald geschikt om bij de getolereerde, als hij er al iets van begrijpt, respect in te boezemen voor zijn nieuwe vaderland. Zeker niet geschikt, om hem af te brengen van zijn neiging, om zich nostalgisch op te sluiten in de eigen groep.

De getolereerde ziet af van integratie van zijn normen en waarden in het geheel van de maatschappij, althans voor wat betreft het belangrijke wettelijke aspect daarvan. Hij accepteert een permanente onzekerheid, want de toleranten kunnen elk moment besluiten om (al dan niet gedwongen door hogere machten) aan de tolerantie een einde te maken. "Ja, òns maakt het niet uit. Maar in Den Haag (of in Brussel) vinden "ze" dat jullie nu te veel plaats gaan innnemen, dus..."

De getolereerde moskeeganger, wietverkopende koffieshophouder of deelnemer aan homo-pride kan er natuurlijk zelf niets aan doen, dat hij met zoveel meer dan eerder is en dat zijn aanwezigheid wat meer in de gaten is gaan lopen. Begrip is er dus van die kant niet te verwachten. Bovendien ligt het vaak niet eens aan hogere machten of versterkte, hinderlijke presentie, maar heel simpel aan het feit, dat de tolereerders zich om heel andere redenen onzeker of geïrriteerd zijn gaan voelen, daar niets aan kunnen doen (globalisatie, Europa, terrorisme) en dus beginnen te trappen naar beneden, omdat zelfs likken naar boven niet meer helpt.

Dit laatste is vooral een kwestie van ruimte. Zo lang (kijk naar Amerika) er een al dan niet op realiteit gebaseerd besef is, dat er letterlijk (land), of figuurlijk (economisch) nog plenty ruimte is voor de anderen, worden de decorstukken simpelweg verplaatst voor een nieuwe opvoering van het tolerantiedrama. De grenzen worden opgeschoven: "New Frontiers". Daar had Kennedy het zelfs nog over.

Maar in Nederland vertaalt de moderne globalisatie-angst en verhoogde kwetsbaarheid in Europees verband zich in de kreet: "Nederland is vol!" En waar het vol is, daar is geen ruimte. Dus worden de meest afhankelijke getolereerde groepen nu het eerst aangepakt. Want men is te lui of te bang om dat te doen met eveneens getolereerde lieden die ook "buiten de pot pissen", maar die eventueel wat terug zouden kunnen doen, zoals corrupte bouwondernemers bij voorbeeld.

De hypocrisie van het tolerantie-systeem vertaalt zich nu in de gekozen aanpak.

Maar daarover een volgende keer.

En dan ook over "links", dat zich heeft teruggetrokken in zijn linkse schuilkerk, als een hond die al jankend wegkruipt, voordat hij geslagen wordt...

10 november 2005

Ronald McDonald overleeft grijnzend brandstichting - hamburgerkalifaat wederopgestaan!

The image “http://www.spiegel.de/img/0,1020,538652,00.jpg” cannot be displayed, because it contains errors.

Ha, ha! Kijk eens hoe de Franse frietjes overbakken zijn. Parijs, 6 november 2005. Een uitgebrand McDonalds' restaurant. McWorld wordt er niet warm of koud van. Verzekering betaalt. Over een jaar of zo draaien we weer. Wilt u mayonnaise bij uw frietjes?
Oom Ronald is de plastic plaatsbekleder van echte ooms, die niet meer beschikbaar zijn om neefjes en nichtjes mee te nemen naar een feestmaal.

Maar zijn die ècht niet meer beschikbaar?

In de buurt waar deze McDonald staat (of stond), lopen genoeg beurs rond, die zelf een restaurant zouden kunnen beginnen. En hun oude oom, met warme knieën, is vrij beschikbaar om eenzame kinderen te troosten.

In plaats van 5000 straathoekwerkers te posteren op 'gevoelige' plekken in de buurten (aangekondigd plan van de Franse regering), zou je ook aan meer duurzame oplossingen kunnen denken. Zoals deze. En honderd andere. Zoals die alleen kunnen worden uitgevonden door de mensen zelf.

Ze hèbben die duurzame oplossingen al lang geleden uitgevonden. Maar dergelijke initiatieven worden in de kiem gesmoord. Autoriteiten schermen met het spook van de 'globalisatie' en wenden machteloosheid voor. Of met het spook van 'Europa' en de 'Brusselse Bureaucratie'.

De èchte geitenneukers zijn de uitvinders van deze zondebokken.

Ik zal jullie een geheim verklappen: Ze beseffen het zèlf niet eens, de schreeuwlelijken à la Pastors, de mummelende wetenschappers die meegaan met de idee dat het allemaal aan de godsdienst ligt (waren het moslims, de rebellen van Brixton, de gewelddadige gangs van Los Angeles, de Oudejaarsbrandstichters in Groningen? - Vertel me het verschil met wat er nu aan de gang is in de ghettos van Frankrijk!), de borreltafelfilosofen van Ellian - ze beseffen niet, dat ze bezig zijn met trappen naar beneden, om te voorkomen dat nieuwe groepen een rechtvaardige plek gaan innemen in de maatschappij. Het land is immers vol.

Globalisering, Europeanisering wordt in hun onderbewuste gesymboliseerd door de laatste, meest zichtbare, groep "indringers". Ze moeten "integreren", maar dat is geen garantie voor integratie. Ze belichamen het Boze, het Onbetrouwbare. Hirsi Ali heeft het zelf gezegd, vandaag of gisteren in de NRC: Kijk uit voor moderne Moslims, het zijn de toekomstige Assassijnen met een mes tussen de tanden! Daar moet je de Gedachtenpolitie op loslaten, dat wil zeggen, Moslims bij sollicitatie extra screenen (voorstel van Ajaan Hirsi Ali namens de VVD in de Tweede Kamer. Werd gelukkig wèl meteen afgewezen.).

Het is als met de Heksenwaag van Oudewater: Als je bleef drijven was je een heks en werd verbrand. Als je zonk, was je misschien geen heks, maar -helaas- ook dood.

Als een Moslim zegt dat hij een trouw gelovige is, is hij verdacht. En als hij (of zij) zegt dat hij het niet zo nauw neemt met de koranvoorschriften, dan is hij ook verdacht, want hij zal later zich bekeren tot een echte Moslim. Misschien wel nòg verdachter, want Moslims zijn onbetrouwbaar. U gelooft het niet? Ik citeer Hirsi Ali zelf, 8 november 2005 NRC-Handelsblad, pag. 6:
"Goedwillende westerlingen als [Paul] Scheffer laten zich gemakkelijk misleiden. Als ze Moslims zien die zich niet aan alle regels van de Islam houden, denken ze: hé, daar heb je vrijzinnige moslims!
Maar dat is niet zo. Op een later tijdstip in hun leven zullen ze zich alsnog aan de regels gaan houden. Ze veranderen van niet-praktiserende moslims in praktiserende moslims."

[HR: De stiekeme bedriegers! Niet-moslims veranderen immers nóóit op latere leeftijd van opvatting. Kijk maar naar president Bush: Die bekeerde zich weliswaar op 40-jarige leeftijd tot een vorm van evangelisch protestantisme die leert, dat het mogelijk is om rechtstreeks van God raad en instemming te krijgen, maar dat heeft niets veranderd aan zijn corpsballen-mentaliteit. En God had ook gelijk toen Hij hem influisterde, dat er chemische wapens in Irak waren: weliswaar niet in Saddam's bezit, maar een jaar later, gebruikt door het Amerikaanse leger, in Falluja. God is een grappenmaker en Zijn wegen zijn ondoorgrondelijk...]
"Nu veel praktiserende moslims gevoelig zijn voor de retoriek van het beloofde kalifaat, kunnen ze zelfs gemakkelijk praktiserende fundamentalisten worden."

Aldus het VVD-kamerlid Ajaan Hirsi Ali.

Zo ken ik er nog een paar:

"Nu veel praktiserende christenen gevoelig zijn voor de retoriek van de beloofde wederopstanding (er is de ruïne van een christelijke kapel gevonden in Armageddon!), kunnen ze zelfs gemakkelijk praktiserende fundamentalisten worden."

"Nu veel praktiserende liberalen gevoelig zijn voor de retoriek van de beloofde marktwerking, kunnen ze zelfs gemakkelijk praktiserende fundamentalisten worden."

"Nu veel praktiserende socialisten gevoelig zijn voor de retoriek van de beloofde welvaartsstaat, kunnen ze zelfs gemakkelijk praktiserende fundamentalisten worden."

"Nu veel praktiserende fortuynisten gevoelig zijn voor de retoriek van wat de kale fanaat allemaal beloofde , kunnen ze zelfs gemakkelijk praktiserende fundamentalisten worden."

En Ronald McDonald? - De lachende derde: Zijn hamburger-kalifaat bestaat al lang op deze aarde.
Related Posts with Thumbnails