14 maart 2006

Stadsdeelraden

Hoofdredaktionele commentaren in de NRC zijn meestal vlees noch vis. Zo niet op 13 maart. In een bijzonder helder stukje, wordt aan de stadsdeelraden in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht de wacht aangezegd. Tevens wordt de PvdA gemaand, met de in Rotterdam al besloten omzetting in een soort éénpersoons-inspraakorganen, akkoord te gaan en geen politieke spelletjes daarmee te spelen.

Ik heb ook altijd zo m'n twijfels gehad over de vraag of het zinvol is, om op het niveau van buurten en stadswijken organen van vertegenwoordigende democratie in te stellen, met het grote risico, dat die politiseren in de negatieve zin van het woord en een handicap gaan vormen voor het goed functioneren van de stedelijke representatieve democratie. Die laatste is in Nederland bijzonder goed bewerktuigd met bevoegdheden, zowel naar boven (gemeenten zijn in NL wetgevers, anders dan in vrijwel alle andere landen in de EU) als naar 'beneden': grote autonomie en beleidsvrijheid, een goed dekkend stelsel van regelingen op vrijwel alle gebieden van het dagelijks leven, weinig provincie- of staatsinmenging.
Als je een dergelijk systeem van allerlei 'lagen' gaat voorzien, ontstaat er verwarring, inefficiency, en competentiestrijd. En dat gaat ten nadele van de inwoners.

Maar het hoeft niet altijd zo te gaan.

Dat is naar mijn mening duidelijk gebleken in Amsterdam, waar, na een paar mislukte experimenten, nu behoorlijk bewerktuigde stadsdelen bestaan, die, behalve op een paar formele punten, nauwelijks meer van èchte gemeenten verschillen. Blijkbaar komen de voordelen van een nabij bestuur goed tot hun recht, wanneer je die besturen ook een maximum aan autonomie en middelen geeft.
Mercatorplein, Baarsjes, Amsterdam
Er kan dan ook geen sprake van zijn, dat in Amsterdam de stadsdelen worden afgeschaft. Ga maar na: Hoe zou het nu in stadsdeel "De Baarsjes" (Amsterdam-West) zijn, als er niet opeenvolgende, competente- en in de goede zin van het woord "gepolitiseerde" stadsdeelbesturen waren geweest? Ik vermeld vernieuwende en ook elders overgenomen initiatieven als de straatgewijze aanpak (1990), de alom als gelukkig geprezen uitkomst van het moeilijke overleg met Milli Görüs over het moskee-complex (1990-2004), de oplossing van het 5-mei-incident met Marokkaanse jongeren (2004), de buurtvaders en de systematische criminalisteitsbestrijding op micro-niveau.

Deze heilzame zaken zouden er nooit zijn gekomen, wanneer de stedelijke decentralisatie gebleven zou zijn bij deconcentratie van diensten en hun onderling overleg, eventueel met buurtinspraak. De politieke competentie is daarbij steeds van doorslaggevend belang geweest. Ambtenaren kunnen (en mogen) de moeilijke knopen niet doorhakken, waarvoor men zich in De Baarsjes steeds weer gesteld zag.

En hetzelfde verhaal kan worden verteld voor de meeste andere Amsterdamse stadsdelen, al kennen we ook voorbeelden van verspilling, wanbestuur en vlucht van politici voor verantwoordelijkheid. Maar dat laatste komt in "gewone" gemeenten (en provincies en op nationaal en Europees niveau óók voor).

Utrecht lijkt me inderdaad een voorbeeld van hoe het niet moet. Onzichtbare, incompetente en nauwelijks bewerktuigde wijkraden, politiek samengesteld. Een hervorming in die stad, zou dus eerder in de richting van het Amsterdamse model moeten gaan. Anders inderdaad maar beter afschaffen. Zo groot is de stad Utrecht nu ook weer niet.

In Rotterdam hebben de stadsdeelbesturen meer competenties dan in Utrecht, maar minder dan in Amsterdam. Naar mijn bescheiden indruk, hebben toch sommige van die Rotterdamse deelraden tijdens het Leefbaar-bewind in de centrale stad, heel belangrijke en unieke dingen gedaan, die de raciale spanningen in de stad hebben verzacht, en, in een enkel geval, ook landelijk interessante voorbeelden van oplossingen hebben gegenereerd.

De Nieuwe Rotterdamse Courant staart zich, denk ik, blind op het gevaar, dat de Rotterdamse PvdA, nu ze weer de grootste partij daar is, alles wat tijdens het Leefbaar-CDA-VVD-bewind van 2002-2006 is besloten weer zou willen afschaffen. daarbij miskent de krant, dat de PvdA in de stadsdelen een hele serie competente bestuurders aan het werk heeft, de meesten van een jongere generatie dan het oude PvdA-establishment dat in 2002 werd weggevaagd. In de Rotterdamse stadsdeelbesturen is veel geïnvesteerd, materieel en menselijk.

Ik denk dat het juist van een geruststellende grootsheid van de winnende stedelijke PvdA in Rotterdam zou getuigen, als ze de Rotterdamse wijkraden versterkt naar Amsterdams voorbeeld en hun een ruimte gunt, die ze niet voor zichzelf opeist.

Als het NRC-standpunt iets met de Collegevorming in Rotterdam te maken heeft, moet dat liggen in de wens, dat de PvdA samen met Leefbaar (17 + 14 zetels van de 45 - de andere partijen, inclusief VVD en CDA, zijn heel klein uit de verkiezingen gekomen) gaat besturen. De Leefbaren zijn kwantitatief en kwalitatief slecht vertegenwoordigd op wijkenniveau. Dat is echt wel een van de redenen dat ze ervan af willen. Het "schrikbeeld" van een links meerderheidscollege van PvdA, GL en SP (23 zetels) speelt blijkbaar een rol.

Ik geloof er echter meer in, dat de Rotterdamse PvdA nu moet ophouden met concessies te doen aan de Fortuynisten. Als de laatsten geen water in hun (Na)wijn willen doen, dan moeten ze maar in de oppositie. Daarom wordt ook een duidelijke keuze van CDA en VVD verwacht. Willen ze hun opportunistische flirt met Leefbaar voortzetten, dan wacht hun ook de oppositie. Kiezen ze voor een coalitie van democratische- en niet-racistische partijen, dan zou er ook voor hen plek moeten zijn in een meerderheidscollege.

Voor Balkenende en Verdonk zou dat natuurlijk een afgang betekenen, maar het ziet er toch niet naar uit dat die in 2007 nog kans hebben om terug te komen...

12 maart 2006

Bot, boter, botst.

Vrijheid van meningsuiting
Mark Beunderman schrijft vandaag in EUobserver.com (zie dagelijkse artikelenlijst in de rechterzijkolom hier) over de negatieve Nederlandse reactie op een Turks voorstel om binnen de Europese Unie het verbod op laster en verdachtmaking tegen religies en hun aanhangers beter toe te passen op de Islam. Het voorstel werd gedaan tijdens een informele conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en de toetredingslanden en sloot aan op een initiatief van EU-buitenlandcoördinator Xavier Solana en de EU-commissaris voor Buitenlandse Betrekkingen Walder-Ferrer, om als EU en Islamitische landen gezamenlijk een resolutie in te dienen bij de Verenigde Naties, gericht tegen religie-discriminatie.

De Nederlandse minister Bot, die, blijkens het artikel, met nog één of twee EU-leden het "verzet" aanvoerde, beroept zich op de "vrijheid van meningsuiting". Een groot goed, dat echter niet mag verworden tot vrijheid van schelden en beledigen. Vrijheid van meningsuiting mag zeker niet misbruikt worden voor subliminaire campagnes tegen islamitische immigranten. Gisteren gaf ik daarvan een voorbeeld hier, naar aanleiding van het door Pim Fortuyn ingevoerde misbruik van het woord "cultuur".

Wat bezielt Bot om zo te botsen?
Dat het Bot, namens Nederland, is, die op zo een botte (no pun intended) wijze een voorzichtig initiatief om verstoorde relaties te herstellen, afwijst, is om meer dan één reden opmerkelijk.
  1. Turkije wordt onnodig voor het hoofd gestoten. Het is natuurlijk wrang, dat het initiatief niet uit de boezem van de christelijke EU-staten zelf is voortgesproten, maar is niet één van de motieven om Turkije bij de EU te betrekken, nu juist niet de idee dat het land "een brug" zou kunnen gaan vormen tussen Europa en het Midden-Oosten? Een brug heeft twee pijlers nodig. Een oostelijke pijler bestaat nog niet. Die kan alleen ontstaan, als de Turken tegen hun Aziatische buren kunnen zeggen: "Zie je wel, wij hebben invloed op de manier waarop de EU omgaat met zaken die jullie na aan het hart liggen!". Het Bot-affront van deze week zorgt ervoor, dat een tegengesteld effect ontstaat.
  2. Verzet tegen het gelijktijdige initiatief van Solana en Walder-Ferrer, lijkt me helemaal onlogisch: Ook aan Bot zal het duidelijk zijn, dat de demonstraties en boykot-acties tegen de Deense spotprenten zijn georganiseerd en opgeklopt door midden-oosterse regimes, als afleidingsmanoeuvre voor de frustraties van de bevolking van die landen. Stel je, zoals Solane voorstelt, de betrokken regimes in staat (of eigenlijk: laat je ze geen andere keus, dan) om samen met Europa op het wereldtoneel een gezamenlijk standpunt over de kwestie in te nemen, dan ontneem je ze de mogelijkheid om dergelijke incidenten nog weer eens op te kloppen. Bovendien zou het niet gek zijn, als zoiets meteen verplichtingen zou meebrengen voor de regimes, om hun eigen religieuze minderheden beter te respecteren. Niet dat ik er veel van verwacht, op dat punt, maar alle beetjes helpen: De miljoenen Kopten in Egypte, de Shiiten in Saoudi-Arabië, de Syrische Christenen, ja zelfs de eigen Turkse Alawieten, kunnen best een steuntje in de rug gebruiken.
  3. Het is onsolidair jegens Denemarken. Het land schijnt gebukt te gaan onder een vrij effectieve consumentenboykot van Deense produkten in het Midden-Oosten. De Turkse- en de Solana-voorstellen vormen een goede weg, om, met behoud van alle in West-Europa bestaande vrijheden van meningsuiting en zonder verzwaring van de al bestaande verboden op belediging en laster, een uitweg te vinden in de nu ontstane deadlock. Welk Nederlands belang is er gediend met het laten doorzieken van dit krankzinnige conflict?
Komt het door het CDA en de boter?
De enig mogelijke uitleg is, lijkt mij, de binnenlandse toestand in Nederland en in het bijzonder die binnen Bot's partij, het CDA. De partij, in een verlate reactie op de afwijzing van de Europese Grondwet bij het referendum van vorig jaar, heeft zich gekeerd tegen verdere uitbreiding van de EU. De grens ligt bij 27 lidstaten. Bot kan het daar niet mee eens zijn en ligt binnen zijn partij onder vuur, met name van de kant van de fraktieleider in de Tweede Kamer, die indertijd werd gepasseerd als kandidaat voor de post die Bot nu bekleedt. Probeert Bot, door nu flink te doen op een punt waar Nederland schijnbaar weinig mee te verliezen of te winnen heeft, het initiatief terug te winnen?
Of voelt Nederland zich misschien wel een beetje senang bij een blijvende boykot van Deense zuivelprodukten? Melkpoeder en boter worden natuurlijk in Islamitische landen nog steeds gevraagd en het is niet onwaarschijnlijk, dat Melkunie en Campina te maken hebben met een interessante extra vraag. Nederland heeft geen haast...

Ook als het allemaal maar een beetje waar is, beleven we opnieuw een beschamende episode in de Nederlandse Europese en internationale politiek...

Dhimmi-stand blijvend hoog

Nog even een berichtje voor Frans Groenendijk uit Utrecht: De Dhimmi-stand is blijvend hoog: 5.366 keer "dhimmi" in blogs in de afgelopen dertig dagen! Weinig fantasievol, het internationale scheld-kalifaat... (Voor de aktuele stand even klikken op de titel van dit bericht.)

Vrouwvijandige culturen


Pim Fortuyn heeft het uitgevonden. Gebruik niet: godsdienst of volk of sexuele geaardheid, maar zeg: "cultuur". "De Islam-cultuur is minderwaardig", bij voorbeeld. Dan kom je niet in strijd met de Nederlandse Grondwet. Formeel gesproken, dan altijd.
Want de bedoeling van die grondwetsartikelen is natuurlijk juist om discriminatie tegen te gaan, categorische discriminatie (groepsdiscriminatie) van mensen die geacht worden een bepaald kenmerk gemeen te hebben. Overigens wordt terecht in de grondwet het woord "cultuur" niet genoemd in het antidiscriminatie-artikel, want "cultuur" is geen aangeboren of religieus groepskenmerk, maar een verworven iets. Als je tenminste uitgaat van het normale cultuur-begrip. Een cultuur verwerf je je zelf, je bouwt hem op, je brengt een land in cultuur, je laat hem wortelen in een bepaalde traditie. Je hebt een ruime keuze. En je kunt op keuzen terugkomen, ze veranderen, ze aanpassen.
Dat is niet het geaval, als je als homo geboren bent, en ook niet als je geboren bent in een land waar mensen, zwart, geel of bruin zijn. Bij religie ligt het iets anders: In theorie kun je ervoor kiezen om niet of anders te geloven, dan men doet in het milieu waarin je opgroeit. Maar in de praktijk komt niet- of anders-geloven weinig voor. Het is zonder meer een grote verworvenheid van de westerse beschaving, dat de vrijheid om niet te geloven of een ander geloof te kiezen, sinds ruim tweehonderd jaar vrijwel overal strikt is vastgelegd. Aangezien je over geloof niet rationeel kunt debatteren, is het verstandig, dat in de wet is bepaald, dat men geloven of niet-geloven dient te respecteren. Aan niemand kan ook worden verboden, om vanuit zijn geloofsovertuiging politiek te bedrijven. Ik zie het persoonlijk niet zozeer als een goede basis voor politiek handelen, maar eerder als een handicap, maar dat terzijde.
Het wordt pas interessant voor de wet, als de inhoud van het politieke handelen moet worden beoordeeld. Zo kan bij voorbeeld niet worden toegestaan, dat Tony Blair de diskussie over zijn misgreep inzake Irak probeert af te doen met een verwijzing naar God. Er bestaat sinds lange tijd in het Verenigd Koninkrijk een Parlement, waaraan dat oordeel is voorbehouden. Of God de heer Blair na diens overlijden al dan niet naar de hel zal verwijzen, is een kwestie tussen de desbetreffende persoon en God of diens gemachtigde aan de Hemelpoort. (Fidel Castro had indertijd een even dooddoenerige repliek: "Historia me absolvera!" - De Geschiedenis zal mij vrijspreken.) Kortom, er bestaat nog heel wat verwarring over de respectievelijke rollen van Kerk en Staat binnen "onze" cultuur.
Naar mijn mening heeft de verworven godsdienstvijheid dan ook weinig te maken met de vormen van Christendom die traditioneel een overheersende plaats innemen in de landen waar de vrijheid van godsdienst is ingevoerd. De godsdienstvrijheid is er niet gekomen dank zij het Christendom, maar is op de verschillende christelijke clerussen bevochten in een strijd die heeft geduurd vanaf het einde van de Middeleeuwen tot diep in de twintigste eeuw.
Het is trouwens ook nog helemaal niet zeker, dat die strijd definitief beslecht is. Denk aan de paus, de Polen, de Portugezen, de Italianen en Balkenende, die een paar jaar geleden nog de "joods-christelijke traditie" opgenomen wilden zien in de EU-grondwet. Denk aan president Bush, die overheidsgeld sluist naar "faith-based" armenzorg. Denk aan Bolkestein, die, aan het einde gekomen van zijn vertoog over de ethiek van het liberalisme, tot de conclusie kwam, dat liberalisme onvoldoende basis vormt voor ethiek en moraal, zodat er volgens hem in de VVD-beginselen een verwijzing zou dienen te komen naar een "vrijzinnig christendom". En denk ook nog even aan wijlen Pim Fortuyn, die in april 2002 verkondigde, dat het niet anders kon zijn, dan dat zijn missie op goddelijke inspiratie berustte.

Waar het mij om gaat, is een nuchtere beoordeling van het concrete handelen van overheid en van (groepen) individuen in een bepaald land. Is het rechtvaardig? Hoe komen de zwaksten in die samenleving ervanaf? Is er corruptie? Wordt er veel gelogen? Hoe gewelddadig is men? Maakt de overheid geen misbruik van haar geweldsmonopolie?

Een goede graadmeter is de behandeling van vrouwen en kinderen. Op 8 maart (Internationale Vrouwendag) heeft Ajaan Hirsi Ali in de NRC aan de hand van een internationaal rapport over vrouwenonderdrukking nog eens de bestaande werelwijde mishandeling van vrouwen (en kinderen) aan de kaak gesteld. Het is hemeltergend, hoewel dat woord misschien in het kader van dit artikel minder gepast is.
In ongekend scherpe bewoordingen veroordeelt de VVD-politica het besluit van de Amerikaanse staat South Dakota, om abortus nog slechts toe te staan, als het leven van de zwangere vrouw in gevaar is. Verkrachte vrouwen, tienermoeders, moeten zich maar zien te redden met hun ongewenste kinderen en je kunt je voorstellen, wat voor soort volwassenen uit die kinderen zullen groeien. Daarbij komt, dat de beperkte sociale voorzieningen voor dit soort gevallen in deze tijd steeds verder worden afgebouwd, zodat deze vrouwen wel gedwongen zijn om zich te onderwerpen aan de liefdadigheid van de (christelijke) "faith-based" initiatieven. De verkrachters en de onverantwoordelijke vaders gaan, zoals gewoonlijk, vrijuit. Ook wijst zij op de drie gevallen die in Nederland in het afgelopen jaar zijn geregistreerd, waarbij vaders hun hele gezin uitmoordden. Terecht pleit zij voor een betere financiering van de zorg- en begeleidingsinstellingen, wier budgetten door het kabinet Balkenende-Zalm in de afgelopen tijd zo sterk beknot zijn.
Nee: Er is geen lezer die gelooft, dat zij dat ècht geschreven heeft. Hoewel het rapport de hele wereld bestrijkt, pikt Ajaan er zoals gebruikelijk alleen de aanklachten tegen niet-westerse landen, en dan nog voornamelijk Moslim-landen, uit. Klaagt Hirsi Ali de systematische verkrachtingen en kinderroof in het Argentinië van Videla aan? Heeft ze het over de gedwongen kind-soldaten en de harempraktijken van het Christelijke guerrillaleger in Noord-Oeganda? Veroordeelt ze de vernedering en verkrachting van vrouwen in de Abu-Ghraib-gevangenis bij Bagdad? Veroordeelt ze de Amerikanen, die toestaan dat in Irak opnieuw het door de Baath-partij afgeschafte, vrouwvijandige traditionele familierecht is ingevoerd? Keurt ze de inmenging door het Israëlische rabbinaat in het huwelijksrecht af? Valt ze de laksheid aan van de Nederlandse overheid, die oogluikend vrouwenhandel toestaat op grote schaal met Russische en Oosteuropese vrouwen, bestemd voor de prostitutie, inclusief 'inwijdende' verkrachtingssessies?
Nee natuurlijk.
De éne cultuur is "goed", de andere zijn slecht. En je bent pas gered, als je haar cultuur omhelst.
De werkelijkheid is, dat er in alle "culturen" goede en slechte mensen zijn, goede en slechte overheden, goede en slechte gebruiken. Cultuur-imperialisme van het type Hirsi Ali en -Verdonk, hoort bij de slechte gebruiken en bij de slechte overheden. En omdat beide beter zouden kunnen weten, horen ze naar mijn mening ook niet bij de goede mensen.
Een beetje meer cultuur graag, dames, in de zin van goed nadenken en vooroordelen overwinnen.


10 maart 2006

Leefbaren weggevaagd - behalve in Rotterdam

Bij de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland is bijna 60% van de kiesgerechtigden gaan stemmen. Dat is veel, vergeleken bij vorige gemeenteraadsverkiezingen. De mensen zijn ongerust. Van de mooie beloften van vier jaar geleden is niets terechtgekomen. Integendeel: Er is een keihard beleid ingezet, waarbij de elementen die men terecht ervaart als belangrijk voor de bestaanszekerheid stuk voor stuk worden afgebroken. Lonen en uitkeringen dalen of komen helemaal op de tocht te staan, ziekteverzekering komt in handen van winstbeluste particuliere organisaties, energievoorziening dito, crèches kosten veel te veel - kortom: overal onzekerheid en wantrouwen. Dat projecteert zich rechtstreeks op gevoelens van onveiligheid. De kiezers hebben ontdekt dat het èchte gevaar niet komt van de buitenlandse immigranten, maar dat afbraak van zekerheid en veiligheid in de hoofden van Balkenende en Zalm zit. Het afstemmen, op 31 mei 2005, van het Europese grondwetsverdrag, was een eerste signaal in die richting, al werd het door velen niet als zodanig geïnterpreteerd.

Ik zie de uitslag dus vooral als een protest tegen het harteloze beleid van VVD en CDA.
Het is minder duidelijk, wat de kiezers van de grote winnaars, PvdA en SP, kunnen verwachten. Als het blijft bij de raadsverkiezingen en als zich de verschuiving niet doorzet in de parlementsverkiezingen volgend jaar, kan dat nooit veel zijn. Gemeenten hebben er wel veel taken bijgekregen, maar op het bijbehorende geld is flink gekort. Eén van de weinige onafhankelijke inkomstenbronnen van gemeenten, de Onroerende-Zaak-Belasting (OZB), heeft zelfs onder vuur gelegen van de VVD.
Extra inkomsten hebben gemeenten vooral verworven door eenmalige baten: de verkoop van vervoerbedrijven, van energie- en kabelnetten en van onroerend goed.

Wat dat laatste betreft, zou het toch echt aanbeveling verdienen, om eens nader te kijken naar wat ex-wethouder Pastors van Leefbaar Rotterdam in de afgelopen 3,5 jaar heeft gedaan met het grote onroerend-goed bestand van de gemeente Rotterdam en de Rotterdamse woningbouwverenigingen. De onroerend-goed-handelaren die Pim Fortuyn in de laatste maanden voor de verkiezingen van 2002 zo ruim gesteund hebben, zijn, in hun rol van "projectontwikkelaars" heel nauw betrokken bij het aanbrengen van "variatie" in de volkswijken. Kort door de bocht, houdt dat in, dat gemeenschapsgrond aan hen in eigendom wordt overgedragen en dat ze, na sloop van betaalbare woningwetwoningen, daarvoor beter renderende koopwoningen en dure huurwoningen mogen neerzetten.
Deze verjubeling van gemeenschapsinvesteringen in grond, verkeersvoorzieningen en woningwetsubsidies stond niet in Pim's program, noch in het oorspronkelijke programma van Leefbaar Rotterdam. Begin-2003 viel me op, dat het verkiezingsprogram van Leefbaar Nederland, behalve de verwijzing naar het gedachtengoed dat in Pim's boekdelen is neergelegd, slechts één punt bevatte, dat blijkbaar ontbrak in 's professors werken: privatisering van overheidsaandelen in onroerend goed. Te vermoeden valt, dat de toenmalige voorzitter van LN, een norse grondspekulant, die er naar mijn mening alleen op uit was om z'n geld terug te zien, daarop heeft aangedrongen, maar aangezien de man nooit verantwoording heeft afgelegd van zijn kortstondige passage door de politiek (hij was tijdens de roerige congressen uit de beginperiode van LN altijd 'op zakenreis' en liet zich vertegenwoordigen door zijn advokaat), weten we dat niet zeker. Het kan ook zijn, dat Pastors, van beroep accountant en bedrijfsadviseur, gewoon zijn oude vriendenkring heeft willen inschakelen.
In elk geval is het jammer, dat de weinige rechtstreekse debatten met deze man, voorzover ik heb gezien, alleen over diens opppervlakkige-, door vooroordelen bepaalde-, gedachtengoed aangaande moslims zijn gegaan.

In elk geval gaat het hierbij om een eindige inkomstenbron, waarmee bovendien kapitaalvernietiging gepaard gaat, dus de nu aantredende PvdA-gemeentebestuurders zitten met de brokken.

Hoewel gemeenten geen ruimte (meer) hebben om een eigen inkomenspolitiek te voeren, zal er toch iets moeten worden gedaan aan de verwachtingen waarmee zoveel kiezers op PvdA en SP hebben gestemd. De enige weg daartoe, lijkt mij te liggen in het tentoonspreiden van een nieuw elan, het nemen van nieuwe initiatieven, juist op deze terreinen en vervolgens de centrale staat te confronteren met heldere keuzes. In plaats van een repressieve 'Rotterdam'-wet, moeten er sociaal verantwoorde initiatieven, uitgeprobeerd en gedragen op lokaal vlak, komen in de Tweede Kamer. Wetsvoorstellen (een 'Amsterdam'-wet?) op het gebied van het veiligstellen en toegankelijk maken en houden van voorzieningen: arbeidsbemiddeling, openbaar vervoer, onderwijs, woningbouw, stadsvernieuwing, vrijetijdsbesteding, enzovoort. Dat vergt een prima interaktie tussen de nieuwe lokale bestuurders en de kamerfrakties.

Als de winst van 7 maart niet op deze wijze wordt omgezet, ontstaat een reëel risiko voor een nieuwe ommezwaai van de kiezers in 2007. De PvdA heeft zich wel, met succes, weten aan te passen aan het openbare-veiligheidsdiscours (en is daarin naar mijn mening hier en daar te ver gegaan). Nu zelf het initiatief nemen, is van een andere orde. Ongerustheid daarover klonk door in de overwinningstoespraken van prominenten als Bos en Cohen.

Voor mij begint het eigenlijk nu pas. In de komende maanden moet worden waargemaakt, dat sociaaldemokratisch besturen in gemeenten echt iets anders is dan de laatste opmerkingen van voorbijgangers tot regel verheffen.
Related Posts with Thumbnails