02 december 2006

NICIS aan het werk


Goede Bedoelingen - Maar nog niet echt wat nieuws

In het onderstaande behandel ik twee dingen betreffende het NICIS en de stand van zaken wat betreft het stadsgerichte wetenschappelijk onderzoek in Nederland in het algemeen, die bij elkaar horen.
Eerst een reconstructie van een "Ausschreibungs"-exercitie voor onderzoeksvragen. Vervolgens opmerkingen naar aanleiding van een van de eerste kleine publikaties die onder de vleugels van het NICIS tot stand is gekomen (Duyvendak/Hurenkamp: "Wat Burgers Bezielt", oktober 2006, 83pp).

Nog niet
zo lang geleden is NICIS opgericht. De sympathieke bedoeling is, om het onderzoek dat voor stedelijke ontwikkeling en de stedelijke problematieken van belang is, uit de sfeer van de onderling concurrerende- en zich afschermende- departmenten (VROM, Welzijn, Onderwijs, Economische Zaken, Binnenlandse Zaken, enz.) te halen en tevens de verbrokkeling van onderzoek en beleid bij universiteiten en hogescholen in te dammen.

Daartoe zou de leiding worden overgedragen aan de steden zelf, die immer s de vragende partij zijjn, bij een meer integratieve benadering van de onderling zo sterk vervlochten problemen in de stedelijke achterstandsgebieden.

Daarvan is ons helaas nog niet veel gebleken. Academische instellingen concurreren onderling lustig voort. De steden worden behandeld als consumenten. De onderzoeksrichting wordt bepaald door de financierder, dat wil zeggen, meestal het betrokken ministerie.

Dat is tenminste wat mij invalt bij nauwkeurige lezing van het onderstaande persbericht van NICIS. Hier is het:

NICIS is het Maatschappelijk Topinstituut voor de steden. NICIS gaat de economische en sociale kracht van steden versterken met vraaggerichte kennis. NICIS verbindt wetenschap en praktijk vanuit één organisatie. Waar andere instituten zich alleen richten op onderzoek, of toepassing, combineert NICIS onderzoek, toepassing, verspreiding én evaluatie. Daarin is NICIS uniek.
Vragen uit de stedelijke praktijk staan centraal in het onderzoeksprogramma van NICIS. De onderzoeksuitkomsten zijn bouwstenen om het probleemoplossend vermogen van de steden te versterken. NICIS gaat daarnaast het nationaal gebruik van internationale kennis bevorderen. Het Stedelijk Innovatieprogramma (STIP) van het Kenniscentrum Grote Steden en NWO is ondergebracht bij NICIS.
1. Een instituut is niet automatische een "top"-instituut als het zichzelf zo noemt. Albert Heijn mag zoiets doen in zijn reclames - iedereen neemt dat met de nodige korrels zout. Wetenschappelijk gesproken, hebben we bij het NICIS hier te maken met een tautologie.
2. Waarom, in godesnaam, moet een puur Nederlands coordinatiecomité zich tooien met een Engelse naam? NICIS staat voor: "Netherlands Institute for City Innovation Studies". Gewichtigdoenerij.
3. Het bovenstaande is een inleiding tot de bekendmaking van de uitslag van een enquête bij steden naar onderzoeksvragen die NICIS zou kunnen opnemen in zijn programma. Ik zie niet in, hoe dat de belichaming kan zijn van sturing of "aansturing" door de grote steden. Blijkbaar is er in de steden zelf geen onderzoek gedaan naar onderzoeksprioriteiten. NICIS heeft eenvoudig een aantal politieke en ambtelijke contacten aangeschreven.

De selectie die hieronder wordt gepresenteerd van de ingediende onderzoeksvragen, wordt door het NICIS niet verder gemotiveerd dan met wat algemeenheden. Hier eerst de selectie:

Zeven stedelijke onderzoeksvragen geselecteerd

Het NICIS riep, in het kader van het Stedelijk Innovatieprogramma, bestuurders en ambtenaren uit de G4 en G27 op tot het indienen van prangende onderzoeksvragen op het gebied van werkgelegenheid, arbeidsparticipatie en sociale stijging in de stad. Uit dertien inzendingen zijn er zeven geselecteerd voor onderzoek.
Hieronder volgt een overzicht van de gehonoreerde onderzoeksaanvragen.
Onderzoeksvraag 1
Hoe kan de economische waarde van etnische diversiteit in grote steden gemeten worden? Welke mechanismen spelen een rol voor het aanwezige potentieel en in hoeverre kunnen gemeenten deze inzetten om tot een optimale arbeidsparticipatie van de hele bevolking en stedelijke economische ontwikkeling te komen?
Indienende steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag
Onderzoeksvraag 2: Op welke wijze, waarmee en met welke beperkingen doorlopen Nieuwkomers hun maatschappelijke carrière?
Indienende steden: Den Haag, Rotterdam, Amsterdam
Onderzoeksvraag 3: Welk programma, welke methodiek van alle programma's/methodieken gericht op zelfredzaamheid van laag opgeleide allochtone vrouwen blijkt het meest geschikt; heeft de beste kosten/opbrengst verhouding.
Indienende steden: Enschede, Almelo, Hengelo
Onderzoeksvraag 4: Hoe kan de dreigende krapte op de arbeidsmarkt (o.a. door ontgroening) worden afgewend door het te benutten als kans voor ouderen, vrouwen, allochtonen, laaggeschoolden? Met als bijkomende vraag: Hoe ontwikkelt zich het aanbod van laaggeschoold werk (terugblik en vooruitblik)? Welke groepen benutten dit aanbod en wat zijn de te verwachten ontwikkelingen daarin?
Indienende steden: Arnhem, Nijmegen, Leeuwarden, Zaanstad
Onderzoeksvraag 5:
Hoe groot is de groep jongeren die geen opleiding volgt en geen werk heeft en door geen enkele instantie worden bereikt (niet door onderwijs, leerplicht/RMC, Sozawe, CWI, UWV)? Waarom zijn deze jongeren niet in beeld en op welke wijze kan deze groep beter bereikt worden? Welke trajecten zijn voor hen nodig?
Indienende steden: Utrecht, Rotterdam, Den Haag
Onderzoeksvraag 6: Hoe kunnen we grensoverschrijdend werken in de Euregio bevorderen?
Indienende steden: Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen
Onderzoeksvraag 7: Welke maatregelen kunnen er genomen worden zodat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor lager opgeleiden elkaar ruimtelijk gezien beter vinden?
Indienende steden: Enschede, Hengelo, Almelo
Vraag 6 en 7 worden gecombineerd in één onderzoek
Dan volgt de summiere verantwoording van de selectie:
Hoe geschiedde de selectie van de onderzoeksvragen? Vier experts uit de stedelijke praktijk beoordeelden alle ingediende vragen. Op advies van deze deskundigen heeft NICIS de bovenstaande onderzoeksvragen geselecteerd.
De "experts" zijn naamloos. Vertegenwoordigden ze steden, of waren het bekenden van het NICIS? Bovendien, het waren niet deze "experts" die beslisten. Beslissingen nam het NICIS zelf.
Bij de selectiecriteria duikt plotseling een centraal thema, werkgelegenheid, op:
Wat waren de selectiecriteria? De ingediende vragen zijn beoordeeld op:
  • de aansluiting bij beleidsvraagstukken over werkgelegenheid,

  • arbeidsparticipatie en sociale stijging;

  • actualiteit en urgentie;

  • het praktisch nut van de onderzoeksresultaten voor meerdere steden in Nederland.
In het Stedelijk Innovatieprogramma werkt NICIS samen met NWO en de ministeries van BZK, VROM en VWS.
Kijken we vervolgens naar de gehonoreerde onderzoeksvragen, dan blijkt, dat het thema kennelijk verder vernauwd is tot "arbeid en allochtonen":

Themaverwisseling
Het gaat over "ethnische diversiteit" (vraag 1), over "nieuwkomers" (recente immigranten, vraag 2), over "laag opgeleide allochtone vrouwen" (vraag 3). Bij vraag 4 komen ook de allochtonen en de laaggeschoolden weer prominent om de hoek kijken. En vraag 5 noemt weliswaar het woord "allochtonen" niet, maar het is duidelijk, dat het bij deze "onzichtbare" jongeren toch weer voornamelijk om hen gaat.

Vraag 6, van de Zuidlimburgse grenssteden Maastricht, Sittard en Heerlen (naar betere benutting van de grensoverschrijdende regiosamenwerking met Aken, Luik en Hasselt) is de enige, die "holistisch" (intersectoraal) van karakter is en bovendien inspeelt op nieuwe, ingrijpende Europese ontwikkelingen, die in korte tijd de "ruimte" voor deze steden enorm hebben vergroot in concrete en in abstracte zin. Daarbij komt nog, dat bij deze vraag als enige ook duidelijk de Europese oriëntatie die het NICIS zegt na te streven, aan de orde komt.

Het is dan ook volstrekt onbegrijpelijk, dat juist deze vraag wordt gecombineerd met een andere, die er op het eerste gezicht maar weinig mee te maken heeft, namelijk de vraag uit Enschede enz. naar een ruimtelijke verbetering van de aansluiting van de arbeidsvraag (van laaggeschoolden) met arbeidsaanbod.

Ik kan me er wel iets bij voorstellen, maar ik denk niet dat de Zuidlimburgse en de Twentse steden erg gelukkig zullen zijn met deze combinatie van onderzoeken.

Oriënteren op de specifieke meerwaarde van de stedelijke integrale benadering
De meerwaarde van een stedelijke benadering van arbeidstoeleidingsvraagstukken ligt nu juist in de combinatie van beleid, inspraak, participatie, ruimtelijke maatregelen en economische stimulansen met een activering van de arbeidsmarkt (territoriaal: de buurt of wijk mobiliseren; sectoraal: combinatie van plaatselijke diensten en info; categoriaal: inspelen op de dynamiek van etnische-, leeftijds-, sekse- en culturele groepen en hun ongebruikte kennis en ervaring).

Het heeft er veel van weg, dat het geld afkomstig is van het ministerie van SZW, dat (vanuit zijn gezichtspunt gezien begrijpelijk, als randvoorwaarde "arbeidsrelevantie" heeft gesteld), van VWS, dat misschien nog een minderhedenonderzoekspotje beschikbaar had en VROM, dat iets "ruimtelijks" moest terugzien (vraag 7).

Verder kan het haast niet anders, of men heeft ook gedacht aan een eerlijke verdeling over grote en kleine steden. Het is wel heel toevallig, dat juist de -naar grootte- top-12 van de steden hun vragen gehonoreerd zien!

Voorts zou het ook zo kunnen zijn, dat bij de selectie mede is gekeken naar een evenredige verdeling over de overkoepelde academische instituten: "Ja, daar hebben we iets voor de Amsterdamse sociografen!" Of: "Dat wilde de Erasmus vorig jaar al graag doen."

Het lijkt waarachtig wel .... POLDEREN!

Waarom schrijf ik dit?
Ik weet heus wel, dat er in Nederland een aantal voortreffelijke onderzoekers uit uiteenlopende sociale-, economische-, bestuurskundige- en andere disciplines zijn. Ze komen internationaal (Europees) vaak te weinig aan de bak. Daarom is een echt top-instituut dat hen vrijstelt voor intensief, veldgebaseerd en internationaal geörienteerd onderzoek, een goede, nee, noodzakelijke zaak.

De wereld van de stedelijke ontwikkelaars, de stimuleerders van sociale emancipatie via een bundel van in elkaar grijpende maatregelen, mist steeds heftiger een academische onderbouwing, ondersteuning. Als het NICIS blijft steken in modieuze en door van alles, behalve de steden-zelf, gestuurde keuzen, is er veel verloren.

Een verkenning: Wat Burgers Bezielt
Kleinschaligheid is daarbij zeker niet altijd een deugd. Zeker niet, als het eigenlijk een vorm van schrielheid is.

Twee goede, creatieve en mij sympatieke wetenschappers, Duyvendak en Hurenkamp, schreven voor NICIS in november 2006 een voorbereidend rapport over vrijwilligersinitiatieven in Nederland: "Wat Burgers Bezielt" (83pp, Utrecht, 2006).
Maar, o wee, als je het resultaat vergelijkt met wat daarover al jaren geleden in het buitenland en in Europees verband is onderzocht en beschreven, dan overvalt je plaatsvervangende schaamte. (Zie bij voorbeeld de baanbrekende Europese studie over autonome burgerinitiatieven in stedelijke achterstandswijken van Gabriel Chanan uit 1992, in opdracht van de European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions (EFILWC), Dublin: "Out of the Shadows - Local community action and the European Community", Luxemburg, 1992, 166pp).

Door tijdsdruk en krappe financiële middelen gedwongen, beperkt het rapport zich tot een soort ethnografische beschrijving van wat zoal die vreemdsoortige lieden beweegt, die, vaak jarenlang, een deelonderwerp hoeden.

Op zich best nuttig. Maar dan als onderdeel van een studie naar de sociale werking van al die te weinig gebruikte kennis en energie die er schuilt in die schijnbaar lethargische stedelijke achterstandsmilieus. daar zouden stadsbesturen en stedelijke ontwikkelingswerkers wat mee kunnen. de auteurs hebben trouwens, ieder op zijn vakgebied, vroeger bewezen, dat ze oog hebben voor die kanten van de zaak.

Het is mijn, wellicht brutale- en voor velen onwelkome opvatting, dat een NICIS nu juist dat iele en schrale zou moeten uitbannen, en steden, stedelijke praktijkwerkers, en wetenschappers bij elkaar brengen, om werkelijk iets grensverleggends tot stand te brengen.

Maar dat komt er misschien nog wel.

19 november 2006

MIVD-Martelpraktijken: Wie lekte? En waarom?

Bij zo'n onthulling als vrijdag in De Volkskrant over de martelpraktijken van
de MIVD in Irak, moet je je altijd afvragen:

Waarom dit?

  • Waarom nu?
  • Wie heeft welk belang bij het verwachte effect?

Wij vermoeden, dat het bericht over Irak door kringen rond de legertop in Den Haag in circulatie is gebracht, om minister Kamp via de politiek te dwingen, ofwel alsnog een strikte scheiding door te voeren met "Enduring Freedom", ofwel de hele Nederlandse Uruzgan-"opbouw"-operatie in deze vorm af te blazen. Tevens heeft de legertop er belang bij, opnieuw goede contrôle te krijgen over Nederlandse legeronderdelen die sinds 2004 onder Amerikaanse leiding betrokken zijn bij oorlogsmisdaden.

Hoe komen we tot dit brisante vermoeden?

Om de eerste twee vragen te beantwoorden, kennen we de feiten:

  1. Enkele feiten: De onthulling gaat om een Amerikaans-Brits geïnspireerde misdraging van de MIVD in Irak, waar de militaire politie, de Marechaussée dus, een signalement van afgaf. Dat gebeurde in de periode, dat het land (en zeker de militairen) in heftige diskussie verwikkeld waren over de vraag, of een officier die ten onrechte gericht een Irakese burger had neergeschoten, terecht onmiddellijk gevangen was genomen en in Nederland voor de krijgsraad gebracht. (november/december 2003). Justitie (en de Marechaussée) hebben indertijd bakzeil moeten halen in het geval van de officier. Dat betekent, dat sommige legeronderdelen dit waarschijnlijk hebben gezien als een "licence to kill", of althans, "to torture".
  2. Waarom NU? Het is vijf dagen voor de verkiezingen. dat kan al nauwelijks toeval zijn. Tevens, is de legertop verwikkeld in heftige diskussie in NATO-verband over de in Zuid-Afghanistan toe te passen methoden. Generaal Dick BERLIJN, de Nederlandse opperbevelhebber, heeft onlangs nog de volle laag gekregen van, zegt men, Britten en Canadezen, die vinden dat de Nederlandse aanpak te "soft" zou zijn. Ze willen actieve steun voor hun agressieve wijze van aanpak in Helmand en Kandahar en vrezen, dat het komende Nederlandse opperbevel van alle NATO-operaties in zuidelijk Afghanistan, zal leiden tot een verslapping van de aanpak van de "Taliban". - Waarom worden de Amerikaanse bondgenoten daarbij niet genoemd? Hun aanpak gaat nog veel verder op het punt van terroriseren van de bevolking. Achtergrond daarvan zou kunnen zijn, dat de Amerikanen weinig te klagen hebben, daar ze al sinds 2004 vrijelijk kunnen beschikken over de Commando-troepen die Nederland uitgezonden heeft. Die troepen zijn kennelijk verregaand onttrokken aan Nederlandse contrôle. Hun optreden in en rond Uruzgan maakt het onmogelijk aan het Nederlandse contingent in Tarin Kowt, dat met "opbouw" belast is, om zijn werk te doen. Erger nog, dit laatste 1.200 man sterke contingent dreigt in een Srebrenica-achtige positie te komen. De aanvoerlijnen zijn lang en uiterst fragiel. De troepen belast met de commando-operaties trekken zich niets aan van eerder gesloten overeenkomsten met groepen inwoners en zetten volop in met artillerie-beschietingen, gevechtshelicopters en provocatieve acties.

Als ik opperbevelhebber was, zou ik in het belang van mijn mensen, eisen van de politieke top, dat men duidelijk is:

  • Ofwel we sturen een expeditie die er vol tegenaan gaat en heffen de "sitting-duck"-situatie van Tarin Kowt zo snel mogelijk op,
  • ofwel we distantiëren ons van Amerikanen, Britten, Australiërs en Canadezen en gaan naar een gebied waar, naar Duits voorbeeld, betrekkelijk vreedzaam opbouwwerk gedaan kan worden in overleg met de Afghaanse regering.

Maar klaarblijkelijk heeft Kamp (en de regering) die duidelijkheid niet willen geven.
De onthulling zou dus heel goed in het verlengde van de Dick-Berlijn-aktie in het Brusselse NATO-hoofdkwartier kunnen liggen. Van de betrokken NATO-bondgenoten kreeg hij niet de ruimte om het tussen regering en parlement afgesproken beleid in Afghanistan uit te voeren. Integendeel - samen met de Duitsers, die weigeren uit hun opbouw-rol in Noord-Afghanistan te vallen *), wordt hij onderworpen aan steeds zwaardere druk om de uitzichtsloze terreur-taktiek mee te ondersteunen.

Zo kon de onthulling van vrijdag de gewenste duidelijkheid verschaffen:

  • De linkse opppositiepartijen kunnen het zich niet veroorloven, de kwestie binnenskamers af te handelen,
  • de minderheidsregering van CDA en VVD staat zwak, en,
  • zelfs als er geen verdergaande maatregelen worden genomen, zal het "onderzoek" waartoe de regering vrijdag besloot, de MIVD en de betrokken Nederlandse commando-troepen uitschakelen als bron van rauwdauwerij in een leger dat zoiets zich niet kan en wil veroorloven.

Àls het dus zo een aktie is (geweest) van de legertop, dan is het eerste strategische doel al bereikt!

[Kruispost met De Lage Landen]

*) Ik schreef gisteren al in "In Europa Zuhause":

Mir ist klar, dass die holländische Militärs, im Gegensatz zu ihrer politischen
Vorgesetzten, genug haben vom US-Terror ("Embedded" amerikanische Offiziere bei
holländischen Kommando-Einheiten in Afghanistan stacheln zu Kriegsverbrechen
an), und das sie, wahrscheinlich, absichtlich das Skandal von Gestern (Folter in
Irak) bekanntgemacht haben. Dies wird, früher oder später, zum Abzug der
Niederländern aus der südafghanischen Provinz Uruzgan führen. Deshalb wird noch
mehr Druck ausgeübt auf den Deutschen, um die Platz der Holländer einzunehmen.

Ajaan Hirsi Ali's shiitische "Twist": Verlost worden samen met de ergste zondaars.

Steeds meer blijkt het American Enterprise Institute, de neoconservatieve denktank in Washington, voor Ajaan Hirsi Ali (Magan) een gouden kooi. De Gekooide Maagd blijft haar boodschappen uitzenden naar Europa. In de US wordt niets van haar vernomen.
Vermoedelijk is dat een afspraak met de directie van het AEI. Die kan namelijk maar moeilijk uit de voeten met haar radikale anti-godsdienst standpunt. De fundamentalistisch-protestantse stemmen uit het Amerikaanse Midden-Westen en -Zuiden zijn het voetvolk van de neocons. Die spelen in op de fundamentalistische vooroordelen, zonder die zelf te delen, om in Washington een macht te blijven. Hirsi Ali past daar niet in.

In september kwam er een groot interview in Oostenrijk. Nu is het een optreden in Nederland, voor de "Volkskrant Televisie": de Volkskrant - Binnenland - Hirsi Ali: Soumaya S. biedt hoop.

Begeleidende tekst:
"AMSTERDAM - Ayaan Hirsi Ali noemt Piranhaverdachte Soumaya S., tegen wie tien jaar gevangenisstraf is geëist, ‘de hoop voor de toekomst’ in de strijd tegen radicalisering. Door het ‘verraad van haar leermeester’, de Haagse imam Fawaz, zijn haar de ogen geopend."

A. Hirsi Ali, augustus 2006

Dit stelde Hirsi Ali vrijdagavond in een audioboodschap bij de presentatie van het boek Strijdsters van Allah. Hirsi Ali herkent veel van zichzelf in Soumaya. Ook zij is in de ban geweest van een radicale prediker als Fawaz. Ze zegt dat zelfstandig nadenkende Hofstadjongeren, niet bereid predikers als Fawaz zonder meer te volgen, naar de bron zelf gaan, naar de Koran.

Die jongeren ‘zien dat het er echt staat; dat gebruik van geweld is toegestaan om beledigers van de islam de mond te snoeren. Dat het bij jihad niet alleen gaat om innerlijke strijd om jezelf te verbeteren, maar ook om gewelddadige strijd’. Volgens Hirsi Ali brengen moslims die beweren dat islam slechts vrede betekent, dergelijke gewetensvolle jongeren alleen maar in verwarring.

Voor mensen als Wilders, zal deze boodschap uiterst verwarrend overkomen. Ze is echter helemaal in overeenstemming met de reactie, indertijd, van Ayaan op de veroordeling tot zware gevangenisstraf van leden van de Hofstadgroep in het eerste proces. Ze toonde zich toen erover teleurgesteld, dat niet de Islam zelf, maar onwetende, verwarde, kleine jongens zwaar werden gestraft voor hun opvattingen.

Ik heb haar boodschap van vandaag (alleen geluid, met begeleidende ANP-fotos), twee keer beluisterd.

De klemtonen en de verborgen referenties zijn belangrijk bij Ajaan. Maar oook nu weer, komt het neer op een projectie van haar eigen ervaring (zoals ze die nu ziet) op de werkelijkheid. Buiten die projectie, bestaat er voor haar geen waarheid.

Om Ajaan's Werdegang nog even samen te vatten:

  1. Gegrepen door fundamentalistische interpretatie van het geloof, wegens zoeken naar zingeving als jong meisje in Nairobi. (jaren '80)
  2. Afwijzing gearrangeerd huwelijk en dientengevolge uit de clan (der Hadod) uitgestoten. (begin -'90)
  3. Ziet zus ondergaan in tweestrijd over onverenigbaarheid geloof en westers leven. (1996)
  4. Ontmoet fundamentalistische antigodsdienstigen in Nederland (1998 e.v.)
  5. Denkt gebruik te kunnen maken van de anti-islam golf in Nederland, om machtspositie te veroveren, die haar opnieuw de toegang tot de clan zal openen. (2002)
  6. Blijkt te zijn gebruikt door populistische stroming in de VVD en wordt, na verleende diensten, bruut aan de kant gezet. (2006)
  7. Maar heeft intussen een niche gevonden in de USA, waar het AEI (vermoedelijk) denkt, haar te kunnen inzetten in de Somalische kwestie tegen de Islamitische Rechtbanken-beweging die vrijwel het hele land (buiten het Noorden) beheerst. Haar familielid is president van de machteloze voorlopige regering, die door Amerikanen en Ethiopiërs op de been wordt gehouden.
Wellicht verklaarbaar uit het bovenstaande, zit er een merkwaardige "twist" in Ajaan's denken. Die komt erop neer, dat een "zachte" overgang van traditioneel, vaak regionaal gekleurd, geloof (zoals dat bestaat in de agrarische dorps- en kleinsteedse gemeenschappen waar de moslim-immigranten in Nederland veelal uit afkomstig zijn) niet alleen ondenkbaar zou zijn, maar zelfs uiterst gevaarlijk - gevaarlijker dan de diskussie met overtuigde fundamentalisten.
Denk maar aan haar opmerkingen over jonge moslima's met naveltruitjes. "Uitkijken!", zei ze, "Jullie denken: 'Ha, een gematigde moslim', maar, o wee, dat worden zwaar gesluierde gehuwde vrouwen, die hun zonen opvoeden tot radikale terroristen!" Dat zit, volgens Ajaan, in de Islam ingebakken.
Daarmee zegt Ajaan datgene, wat de niet-islamitische Nederlandse (en buitenlandse) anti-islamisten niet mogen zeggen. Die moeten, wegens grondwettelijk verbod op discriminatie wegens geloof, het doen met veroordelingen van de islamitische "cultuur". En dat maakte dan ook haar bliksemcarrière in de conservatieve Nederlandse politiek mogelijk, toen die een middel zocht om de stemmen uit het Fortuyn-populisme aan zich te binden.

Ajaan's carrière is gebaseerd op een mix van slimmigheid en van obsessie. Over de slimheid hebben we het gehad. De obsessie is het verkrijgen van erkenning, dat haar, en alléén haar, weg vanuit de gevangenis van een fundamentalistische Islam, de enig juiste is.

De weg van niet-intellectuele Turkse vrouwen bij voorbeeld, die een leefbaar compromis vinden tussen traditionele waarden, de trotse secularistische traditie van hun land van herkomst, de eisen van een snel veranderende westerse maatschappij en hun eigen zelfrespect (en daarvan zijn tientallen voorbeelden), wordt door Ajaan strikt afgewezen. Om te "genezen", moet je "lijden" (Trouw, februari 2005). En, weer eens herhaald in het Volkskrant-praatje, daarbij hoort geen verzet tegen discriminatie en uitgrenzing door de meerderheid in de maatschappij. Want volgens Ajaan is die discriminatie en die marginalisering terecht. De moslims, bepaaldelijk de opppervlakkigen onder hen, vertegenwoordigen immers het KWAAD. Wie dat niet ziet of wil zien, is een bondgenoot van het kwaad. Daarom zijn multiculturalisten, antidiscriminatie-aktivisten en mensen van Vluchtelingenhulp zo verwerpelijk.

Het obsessieve denken van Hirsi Ali heeft niets van het radikaal sekularisme waarmee ze een tijdlang heeft geflirt. Het is gebaseerd op de overtuiging, dat pas door een volledige afdaling in de hel, via groot lijden de verlossing bereikt kan worden. Daarmee komt ze dicht bij de Shiiten, die verlossing nastreven via zelfkastijding, en bij vele stromingen in het Christendom, die het lijden van Christus tot voorbeeld nemen, of die, zoals de fundamentalistische gereformeerden, ervan uitgaan dat de mens bij voorbaat gedoemd is en geneigd tot alle kwaad.

Het merkwaardige daarbij is, dat ze Verlichting met Verlossing gelijkstelt. Je kunt niet eigener beweging verlicht worden, als je moslim, dus tot alle kwaad en geweld geneigd, bent, maar je moet door Lijden verlost worden. Door het Lijden wordt haar Verlichting exclusief, onbereikbaar voor "oppervlakkige meelopers" (citaat uit VK-boodschaptekst).

Daarom had ze niets met de half-moslimse broertjes uit Amersfoort en vond ze hun veroordeling tot zware straffen eigenlijk beledigend voor haar eigen strijd. Nu zegt ze dan ook (VK-tekst), dat "gebleken is, dat justitie geen vat heeft op het probleem". Fundamentalistisch terrorisme reduceren tot een randverschijnsel, verklaarbaar uit maatschappelijke spanningen en uit niet-islamitische tendenzen (zoals erkend grote analisten van de moderne jihad en terreur, zoals Roy, doen), is voor haar een doodzonde. Toch is ze slim genoeg, om een directe confrontatie met geleerden als Roy, systematisch uit de weg te gaan.

Nee, wat ze eigenlijk wil, is wat ze nu zegt over Soumaya S. Ze wil dat de staat in haar plaats een "hoogstaande" theologische discussie aangaat met haar en met haar ontwikkelde vrienden. Ze wil niet, dat deze mensen gevangen worden gezet (Pastors en Wilders begrijpen er niets van), maar, uitgaand van de idee-fixe dat de staat niet neutraal-, maar anti-godsdienstig zou zijn, hen incorperen in de gemeenschap, onder de belofte dat ze als moslims hun eigen geweten laten voorgaan boven voorschriften van Koran en Hadith. Want:
Het geweten van zelfstandig nadenkende jongeren zal eerder dan dat van ‘geïndoctrineerde meelopers’ gaan botsen met ‘de bevelen uit de Koran’, zegt ze. Daarom wil ze de strijd tegen radicalisering vooral uitvechten in de ‘ideologische arena’. Ze pleit voor een open debat. ‘Zonder taboes of kunstmatige scheiding tussen vreedzame en gewelddadige islam.’
Het doet denken aan het bijbelwoord, dat er in de hemel meer vreugde zal zijn over één bekeerde zondaar dan over honderd brave hendrikken (of woorden van gelijke strekking).

Maar eigenlijk, denk ik, gaat het haar erom, erkenning af te dwingen van de Hadod-clan en met behulp van de Amerikanen triomfantelijk terug te keren naar Somalië.

[Kruispost met De Lage Landen]

17 november 2006

Nederland wil wel skibrillen maar geen gezichtssluiers.

Het ANP vanmiddag: Kamp: geen strafbare feiten:

Uitgegeven: 17 november 2006 15:15; Laatst gewijzigd: 17 november 2006 16:02

DEN HAAG - De Koninklijke Marechaussee heeft wel degelijk onderzoek verricht naar de behandeling van verdachten door de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Volgens de marechaussee was er geen sprake van strafbare feiten. Dat zei minister Henk Kamp (Defensie) vrijdag na afloop van de ministerraad.

Toch stelt de minister samen met zijn collega van Justitie Ernst Hirsch Ballin een onafhankelijke commissie in om de kwestie te onderzoeken. De commissie zal tevens kijken of betrokkenen, inclusief de minister zelf, op de juiste wijze met informatie zijn omgegaan."
Ho, ho!

De minister kreeg kennis van mogelijk strafbare feiten.
Van de marechaussée hoorde hij niets meer. Dus "nam hij aan" dat er niets aan de hand was. Zelfs àls een en ander niet strafbaar zou zijn geweest, dan nog had Kamp zich moeten vergewissen van disciplinaire maatregelen. Kennelijk ook niet gebeurd.

Mijn vermoeden, dat de MIVDers vrijuit gingen en dus vrolijk verder zijn gaan martelen, wordt bevestigd!
Kamp zei vrijdag dat hij destijds was geïnformeerd over mogelijke onzorgvuldige behandeling van verdachten en dat de Koninklijke Marechaussee dit ging onderzoeken. Van de uitkomst is hij niet op de hoogte gesteld. Dit is nooit het geval bij een strafrechtelijk onderzoek.

Als het waar is, bevestigt dit het verhaal van marechausséecommandant generaal-majoor Neijssingh, die in De Volkskrant zegt, dat opperbevelhebber Kroon niet zijn advies opvolgde om het OM in te lichten!

En zou Kroon dat hebben besloten zonder met Kamp te overleggen? Laat een opperbevelhebber een door de minister gelast onderzoek de mist in gaan, zonder die minister daarvan op de hoogte te stellen? Rare verhoudingen. Het lijkt wel Voorhoeve-tijd (Srebrenica-1995).

Skibrillen en Gezichtssluiers

De minister bevestigde dat de MIVD'ers bij hun verhoren gebruik hadden gemaakt van skibrillen. Volgens zijn informatie gebeurde dit om te voorkomen dat de verdachten hun verhoorder zouden kunnen herkennen. Dit hoeft volgens hem niet per se strafbaar te zijn.
In de ministerraad van vanmorgen, waar het kabinet besloot tot deze stuntelige verdedigingslijn en verlengde doofpot-politiek, werd ook het dragen van de boerka (burqua), meer in het bijzonder de gezichtssluier, in de ban gedaan.
Er komt geen algemeen verbod. Dat zou ook moeilijk kunnen, want hoe moet het anders met bruidsparen, nonnen, bouwvakkers met stofmaskers, enz.?

Nee, Verdonk zet plaatselijke ambtenaren aan het werk, die gemeentelijke verordeningen moeten maken tegen boerka's in de bus of op gymles.

Leve de "kleinere overheid" (Minder regels, minder ambtenaren, weetjewel...).

Maar ja, het lijkt nodig, om Nederland van een groot gevaar te verlossen...

Balkenende met ski-bebrilde militairen in Uruzgan: Zo hoefden ze hem niet te herkennen...

Ik dacht wèl, als die MIVDers in As-Samarra in 2003, nu eens zèlf die skibrillen hadden opgezet om herkenning te voorkomen? Dat zou toch veel handiger zijn geweest?

En, als die skibril niet genoeg was, waarom, als vorm van integratie in de plaatselijke cultuur, niet een gezichtssluier aangedaan?

Ik zou dus de militaire juristen willen adviseren, om uitzonderingen op het boerka-verbod in het leger toe te laten. De gezichtssluier is een belangrijk ondervragingsmiddel, en, à la guerre comme à la guerre, we laten geen middel onbenut tegen de terreur!

Ongerijmdheden in de Kamp'se verdediging

En nu komt er iets heel geks!

Kamp zegt, dat hij "er nooit meer iets van heeft gehoord" en dat dat normaal is bij een strafrechtelijk onderzoek. Maar er is helemaal geen strafrechtelijk onderzoek geweest!

De Marechaussée (is een soort politiedienst) heeft een vooronderzoek gedaan. Alleen het OM kan een strafrechtelijk onderzoek doen.

Over dat marechaussée-onderzoek is gerapporteerd. Het gebeurde, zegt Kamp, in zijn opdracht. Dat rapport heeft hem nooit (officieel) bereikt. Het was geen strafrechtelijk onderzoek, dus moest de uitkomst wèl aan hem gemeld worden!

En nòg iets heel merkwaardigs: Kamp wist niets, heeft geen rapportage gezien, laat staan goedgekeurd. Maar nu komt hij plotseling met details uit die rapportage aanzetten (skibrillen, harde muziek, watergooien (boarding?)) en roept uit dat vast zou staan dat daar niets mee aan de hand is.

Ook het gebruik van harde muziek tijdens de verhoren was bekend. Dit gebeurde om te voorkomen dat verdachten in de cellen onderling met elkaar zouden communiceren tijdens de ondervragingen.
Ach gussie, dat was dus om de verveling te verdrijven van die in de watten gelegde gevangenen. Nee, het heeft niets te maken met de Guantanamo-methoden, om mensen murw te maken met harde rockmuziek. Elke gelijkenis is toeval?

Ende gij geleuft da?

Link: http://www.nu.nl/news/889340/10/rss/Kamp%3A_geen_strafbare_feiten.html

Uruzgan: Martelt de Nederlandse MIVD verder zoals in As-Samawa?

Een scoop van De Volkskrant vandaag: Nederlanders martelden Irakezen.
Het gebeurde in november 2003. Hoewel het MIVD-vergrijp werd gemeld aan de legertop, hield deze het deksel op de doofpot.

* Wat wist VVD-minister Henk Kamp hiervan?
* Gaat de MIVD, na gebleken straffeloosheid, met deze praktijken door in Afghanistan?

Eest de kern van het bericht in de Volkskrant:

"De toenmalige Chef Defensiestaf Luuk Kroon werd begin november 2003 op de hoogte gesteld van spanningen in het Nederlandse kamp over de behandeling van gevangenen. Ze werden verhoord in een vestiging van het Coalition Provisional Authority in As Samawah, door MIVD-officieren."

Ik moet het nog even nagaan, maar ik denk, dat de rel over de officier die indertijd bij het OM van de militaire strafkamer in Arnhem was aangegeven wegens opzettelijk neerschieten van een burger, een rol heeft gespeeld. Een schimmig competentiegevecht brak uit tussen Defensie ("geheime instructies"), het OM, justitie en Binnenlandse Zaken (Marechaussée). De man is overigens later vrijgesproken.
De commandanten te velde zaten klem tussen de Amerikaanse en Britse verlangens inzake een straffe behandeling van gevangenen, hun instructies en de Geneefse Conventie. Tegen die achtergrond moet de verleiding voor de generale staf in Den Haag (en de minister?) groot zijn geweest, om de zaak er maar bij te laten. De hele Nederlandse Irak-missie zou daardoor op losse schroeven zijn komen te staan.
De toenmalige opperbevelhebber klinkt in elk geval niet als iemand die géén boter op zijn hoofd heeft:

Luitenant-admiraal Kroon heeft kennis van deze strafbare feiten niet gemeld aan het Openbaar Ministerie. Volgens ingewijden heeft Kroon een advies van generaal-majoor Kees Neisingh, toen bevelhebber van de Koninklijke Marechaussee, naast zich neergelegd. Neisingh adviseerde Kroon de zaak voor te leggen aan het OM en voor de rechter te laten komen.

Kroon koos ervoor de zaak buiten de openbaarheid te houden. Gisteravond reageerde Kroon op de bevindingen van deze krant: ‘Ik ben met pensioen, heb overal een dikke streep onder gezet en geef geen commentaar.’ Volgens Veen (voorlichter Defensie, HR) zei Kroon hem gisteravond zich niets te kunnen herinneren. ‘Wat niet betekent dat het hem niet is gemeld.’"

Een mogelijke ontsnappingslijn voor minister Kamp en het leger (een aantal partijen heeft aangedrongen op een spoeddebat maandag in de Tweede kamer), is de lokatie van het vergrijp: het gebeurde in een "vestiging van de CPA, de "coalition provisional authority", de toenmalige schaduwregering van de Amerikanen in Irak onder leiding van goeverneur Bremer.
Was Nederland dan toch formeel onderdeel van de CPA?
Alles is in een wolk van vaagheid gehuld. De regering-Balkenende steunde de Amerikanen en Britten "wel politiek, niet militair".

* Is het "murw maken" van gevangengenomen verdachten (gedurende vier dagen), om ze vervolgens over te dragen aan de Engelsen, "politiek", en niet-militair?
* Kan men zijn handen schoonwassen gelijk Pontius Pilatus onder het motief, dat de "vestiging" van de CPA niet onder Nederlands bevel viel?

Voordat men, als tweede verdedigingslinie, zich in Nederland op de borst gaat kloppen, dat er snel wordt ingegrepen (Bot [niet: Kamp!] kondigde een "onafhankelijke commissie van onderzoek" aan), moeten we even kijken naar die valse Britten, die de Hollanders zouden hebben opgestookt: In het UK zijn al drie gevallen van marteling en willekeurige doding berecht en hebben tot veroordelingen geleid. Op dit moment staan zeven andere militairen voor dergelijke wandaden in Engeland terecht.
Trouwens, waarom heeft marechaussée-commandant Neisingh het geval niet zelf aangegeven bij het OM in Arnhem? Het is strafbaar, wanneer men kennis draagt van strafbare feiten, om deze niet aan te geven.

De hele gang van zaken doet ook denken aan de manier waarop de legertop in 1995 de minister Voorhoeve verkeerd, onvolledig en te laat informeerde. Lees het Srebrenica-rapport (2002) er maar op na! Men kende dus deze gevaren en prakrijken. Dat maakt het des te erger, dat ze nu blijkbaar konden worden herhaald! Daarvoor is Kamp verantwoordelijk, of hij er nu van op de hoogte was of niet.

* En in zuidelijk Afghanistan, waar sinds 2004 een met geheimzinnigheid omgeven Nederlands commando-onderdeel als hulptroep dient onder feitelijk Amerikaans bevel?

De door het Amerikaanse Congres onlangs aanvaarde Bush-voorstellen voor het legaliseren van martelingen (met terugwerkende kracht!) spreken boekdelen. Het heeft er alles van weg, dat de MIVD-praktijken in Afghanistan gewoon zijn verdergegaan.

Eén en ander kwam aan het licht, toen (delen van) die commandotroepen werden ingezet (nog steeds met Amerikaanse officieren aan het roer!), rond de kampen van de Nederlandse "opbouwmissie" in Uruzgan. (Zie de voorgaande post).

Als de Tweede Kamer inderdaad straks bijeenkomt, moeten er ook vragen over Afghanistan worden gesteld. Een alstublieft geen nieuwe Srebrenica-commissie met jarenlang "onderzoek"!

Het ziet ernaar uit, dat Kamp onmiddellijk zou moeten aftreden en dat op korte termijn de Afghanistan-missie moet worden heroverwogen.

[Ook gepubliceerd in De Lage Landen]

29 oktober 2006

Israël: Lieberman=Hamas!

De Palestijnse autoriteit wordt door de EU en Nederland geboykot, sinds Hamas de regering vormt.
Reden: Hamas erkent Israel niet.
Dat is een inbreuk op de Akkoorden van Oslo en op de "Roadmap", waaraan Israel en de palestijnse autoriteit zich gecommitteerd hebben jegens de US, de EU en de VN.

Nu komt de partij Ysrael Betheinu in de Israelische regering, die:
  • niet alleen de Oslo-akkoorden verwerpt, maar ook
  • de Israelische Arabieren wil deporteren naar de bezette Palestijnse gebieden,
  • die de Palestijnse staat-in-wording NIET erkent en
  • die zich verzet tegen de door Sharon met de Amerikanen overeengekomen ontruiming van Gaza en een aantal Joodse vestigingen op de Westoever.
Partijleider Lieberman wordt "superminister" voor "strategische dreigingen" (nucleair Iran, bij voorbeeld).

Maar is er nou niemand die zich afvraagt, waarom Hamas-ministers (volgens de logica van de Roadmap: terecht) worden geboykot, en deze nieuwe ministers niet?

21 september 2006

"Nederland spreekt geen woordje mee" - Aukje van Roessel in De Groene Amsterdammer

Door een foutje mijnerzijds, kreeg ik mijn favoriete weekblad "De Groene Amsterdammer" sinds februari alleen nog maar als wekelijkse uitnodiging om op de website te komen kijken als betalend toegangsgerechtigde. Die website kende ik als weinig klantvriendelijk. Daarom raakte het browsen in het slop. Maar aan de andere kant doet de postverzending van het blad naar het slechts 200 kilometer verderop gelegen Brussel, er soms bijna een hele week over.
Enfin, "De Groene" en ik raakten in de loop van dit jaar meer en meer van elkaar vervreemd, na een nauwe en vaste relatie van tientallen jaren.
Vandaag ging ik toch maar weer eens op de Groene's e-mail-uitnodiging in, want het hoofdonderwerp, "Nederland en de CIA", dat roept veel in mij wakker.
En nu komt een aangename verrassing: Ik belandde op een snelle, overzichtelijke en prettig aanvoelende site, vond onmiddellijk wat ik zocht en begon aan de lectuur. Want daar gaat het uiteindelijk om, nietwaar?
Tweede prettige verrassing: Het blad staat vol met mijn favoriete onderwerpen (Irak, de neoconservatieven, Holland militair op zijn smalst, het oprukkende provincialisme, de windowdressing van Zalm), terwijl de culturele sectie nog niets van haar doeltreffendheid verloren heeft. Zelfs het stukje dat ik van Opheffer gelezen heb (een tijdje lang in deze blog ge- parafraseerd als "Opschepper") getuigt van een gelukkig genezingsproces. Er komt ook iets terug van Opheffer's onnavolgbare kunst om het misbruik van een woord als "respect" voor eeuwig in het geheugen te branden.
Het gezochte artikel over de CIA (Joeri Boom) en Nederland, verschafte de genoegdoening, dat het bevestigt wat daarover, en Bot's behandeling daarvan, al eerder (december 2005) in deze blog gezegd is. Dat artikel is dus niet waar het hier over gaat.

Hier zal het gaan over een hoofdartikel van Aukje van Roessel van vorige week (15 september), getiteld "Nederland spreekt geen woordje mee", dat ik vond onder de top-tien van de meestgelezen artikelen. Een terechte plek.
Het betoog gaat een beetje zoals hier werd getracht te doen in de post "Holland in Europa: Grote Broek - Klein Hartje" (juni 2006). Van Roessel's conclusie:
Nederlandse politici benadrukken graag dat ons land internationaal een belangrijke rol speelt, maar ze gebruiken die rol niet om op het wereldtoneel méér te zijn dan een speelbal van president Bush. De verkiezingsstrijd wordt zo de spiegel van de echte Nederlandse positie in de wereld: wij gaan alleen nog maar over de aow-leeftijd, de kinderopvang en de binnenlandse belastingtarieven.
Tot die slotsom komt "De Groene", door te constateren, dat in de verkiezingsprogramma's van de drie grote partijen geen concrete visie terug te vinden is van een internationaal beleid, onder vermelding van de beperkingen waarop een klein land als Nederland daarbij stuit. En evenmin van de groeiende mogelijkheden die Nederland in Europees verband heeft om iets relatief belangrijks bij te dragen in de opkomene EU-vredes- en veiligheidspolitiek. Mooie woorden over respectering van humanitaire beginselen. Dat genoeg. Maar wat is de practijk?
Op 6 september heeft Bush toegegeven, dat er wel degelijk geheime martelgevangenissen bestaan en dat de Conventies van Genève aangepast zouden moeten worden, om voortzetting van die practijken mogelijk te maken. De Tweede Kamer is in februari 2006 akkoord gegaan met de Uruzgan-missie, na de verzekering van Bot en Balkenende, dat het om een humanitaite opbouwmissie zou gaan en dat er een absoluut onderscheid zou zijn met de Amerikaanse "Enduring Freedom"-akties.
Van Roessel:
Nu de aap uit de mouw komt, voelt de Tweede Kamer zich bedrogen. Minister Bot wil alsnog opheldering van collega Rice.
Daar voegde hij vorige week overigens direct aan toe dat Rice hem ‘bepaalde informaties en toezeggingen had gedaan. Ik ga er vanuit dat dit nog steeds zo is wat Nederland betreft.’
Daarmee suggereerde hij dat hij geheime cia-praktijken elders in de wereld niet belangrijk vindt.
Of, politiek nog interessanter, dat hij destijds te horen heeft gekregen dat de geruchten klopten maar de toezegging kreeg dat Nederland niet wordt gebruikt voor de illegale praktijken.
Dat zou best eens zo kunnen zijn.
In dat geval hebben we van doen met de nationale huichel-neiging, door slimme Amerikanen uitgebuit op het hoogste niveau.
Het is vermoelijk min of meer zo gegaan: "Als we het weten (van de martelingen en extra-legal renditions), dan moeten we het wel afkeuren. Het is dus beter dat we het niet weten, maar dan kunnen we het alleen tolereren, als we onze handen zelf in onschuld mogen wassen." De grondslag van de Nederlandse "tolerantie" in beeld. En, doordat Bush zich blijkbaar niets aantrekt van wat Condi Rice bekokstooft, is de huichelaar ook nog eens betrapt.

En wat kan de betrapte huichelaar nu nog doen? De militairen zitten in Afghanistan. Ze zijn betrokken in moordpartijen in het hele ISAF-III NATO-gebied. Het enige verschil met de politionele akties in Indonesië in 1947-1949, is, dat ze nu zelf "op afstand" kunnen blijven en schieten en bommen gooien vanuit straaljagers en helikopters.

Onder Canadezen en Britten in de naburige provincies zijn al tientallen doden gevallen door wraakakties vanuit de geterroriseerde bevolking. Het is een illusie, dat de "Nederlandse" provincie Uruzgan daarvoor gespaard zal blijven.

Maar in Den Haag blijft het oorverdovend stil. Zeker in vergelijking met Londen, waar niet alleen de oppositie (binnen Labour), maar ook hoge militairen, openlijk de wijsheid in twijfel trekken van de wijze waarop een onverslaanbare volksopstand militair wordt tegemoetgetreden. In Den Haag schijnt men het niet fatsoenlijk te vinden, om te memoreren, dat Pakistan vorige week zijn troepen teruggetrokken heeft uit de autonome Noordwestelijke provincies op basis van een oncontroleerbaar akkoord met de stamoudsten daar, dat zij voortaan zouden afzien van ondersteuning van hun stamgenoten aan de andere kant van de grens met Afghanistan. Ook wordt nauwelijks een woord gewijd aan de volksbeweging van Sindhs en Balouchen die twee weken geleden werd ontketend in het zuidelijke deel van het grensgebied door de moord op een Balouchische clan-leider, ex-minister, door het Pakistaanse leger. Stakingen, crisis in het autonome Balouchische bestuur, wegversperringen en algemene staking tot in de miljoenenstad Karachi toe. De Pakistaanse stad Quetta, toegangspoort tot Kandahar in Afghanistan, dat de logistieke basis vormt voor de NATO-troepen in Zuid-Afghanistan, was dagenlang ontoegankelijk, want in opstand.

Maar wat zei Balkenende?
Minister-president Balkenende dreigde Bush afgelopen vrijdag (8 september, HR) met de woorden dat dit soort zaken niet te vaak voor moet komen.
Nou, daar zal Bush van onder de indruk zijn!

Terwijl het niet te ontkennen valt, dat de hele basis is weggevallen onder het compromis dat met de volksvertegenwoordiging is gesloten, doet Balkenende alsof het gaat om en klein misverstand tussen vrienden!

't Is een allerbelabberdste situatie: Vanwege de verkiezingen op 22 november en daarna vanwege de coalitie-onderhandelingen, durft kennelijk niemand (ook de SP en Groen-Links niet) het verwijt op zich te laden dat "onze jongens" in de steek worden gelaten door een nieuw openbaar debat.

Toch is een dergelijk debat nu juist de enige manier, om de ongelukkige missie NIET in de steek te laten.

(De citaten in deze post zijn van: © Aukje van Roessel / De Groene Amsterdammer; Foto: Minister Ben Bot)

Technorati Tags: , , ,

powered by performancing firefox

15 september 2006

Nieuw soort politici: Ji-Hadjememaars

In De Lage Landen schreef ik (15/9) "Minister Donner als Zwarte Piet".

Het Nederlandse parlement wijdde een speciale zitting aan opmerkingen van Justitie-minister Piet-Hein Donner (CDA, telg uit de bekende staatsrechtsgeleerden-familie Donner, waar ook de grote schaker Jan-Hein Donner, vriend van Harry Mulisch, uit afkomstig was).

De minister had, om de onwaarschijnlijkheid van een invoering van de shari'a in de Nederlandse Grondwet te illustreren, opgemerkt, dat daarvoor tweemaal een tweederde meerderheid in de beide kamers van de Staten-Generaal, voor en na landelijke verkiezingen, nodig zou zijn.

Maar in het "Land van Haat en Nijd" (titel van het boek, waarin Donner dit zei), hoef je maar "Shari'a" te zeggen, of een hele rits demagogen uit allerlei partijen valt over je heen, en bestaat het om uit te roepen, dat ze best weten, dat je het niet kwaad hebt bedoeld, maar dat "de mensen op straat" recht hebben op Verdonkse taal.

Het is een antidemocratisch, althans antiparlementair gedoe, dat ik terugvoer op de eerste verkozen antiparlementair, genaamd "Hadjememaar", een marktkoopman die zich in de twintiger jaren liet kiezen in de Amsterdamse gemeenteraad. Waar hij vrijwel niets gezegd heeft, behalve klagen over de hoogte van het presentiegeld. Zo'n beetje als Geert Wilders, die het in de Kamer voornamelijk heeft over de vergoeding van de kosten voor zijn beveiliging en de opbouw van zijn partij. Deman van de "Liberale Jihad", weet u nog?

Een echte Ji-Hadjememaar!

07 september 2006

Nationale Conventie: EU-Grondwet, EU-Federatie "Dood"?

Nederlandse Europadiscussie, geanimeerd door de regering:

Stelling van de week van de "Nationale Conventie"

"De Europese Grondwet is dood, het model van de Europese federatie ook."

Wat is de "nationale conventie"? Beschrijving op de nc-homepage:
Het vertrouwen tussen burgers en de politiek staat onder druk. Het kabinet heeft een groep van onafhankelijke mensen gevraagd voorstellen te doen voor de inrichting van het nationaal politieke bestel, die kunnen bijdragen aan herstel van het vertrouwen.
We noemen dat de Nationale conventie.
De NC is dus niet speciaal opgericht voor het Europadebat, dat de regering en het parlement met de bevolking wilden gaan voeren na het verwerpen (mei 2005) van het Europees grondwettelijk verdrag in een nationaal referendum. Dat debat is verwaterd tot een studie-opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan een opinie-onderzoeksbureau. Van het oorspronkelijke plan van de politieke partijen, om gezamenlijk "het land in" te gaan om over Europa te spreken met gewone burgers, is niets terechtgekomen.

Op initiatief van de vroegere kabinetschef van de Minister-President, Hoekstra, is, na het verwerpen van de gekozen burgemeester en andere bestuurlijke hervormingsmaatregelen in de Eerste Kamer en het aftreden van D66-minister De Graaff om die reden, deze "nationale-conventie" commissie ingesteld.
Doel is overduidelijk, om het debat over bestuurlijke modernisering uit de actualiteit te halen. En dat niet voor de eerste keer.
Voor deze gelegenheid is de "Commissie van Wijze Mannen (en Vrouwen)", om het wat op te leuken en gewichtiger te doen lijken, "Conventie" genoemd. Wat zeg ik? Nationale conventie!

Het gezelschap van halve en hele (bestuurs-) deskundigen, zorgvuldig geselecteerd op politieke en religieuze verwantschappen, is dus allerminst een nationale conventie in de zin van de revolutionaire Franse nationale vergadering van 1791, die vormgaf aan de moderne nationale staat zoals we die nog steeds kennen. Het is een gezelschap vrijzwevende denkers, al dan niet met politieke ambities.

Natuurlijk zou een grondige studie van de stand van zaken op het bestuurlijk vlak in Nederland niet eronderuit kunnen, om met de Europese feiten en de grote veranderingen die de EU voor het besturen met zich meebrengt, rekening te houden. Wat er in Nederland gebeurt, wordt al voor een groot gedeelte door de EU bepaald.

Maar de "stelling" van deze week, opgesteld door een streng-gereformeerde VU-professor ("reformatorische wijsbegeerte", zie hieronder), heeft weinig weg van een afgewogen en wetenschappelijk onderbouwd oordeel. Het is een populistische provocatie, waarvan de auteur blijkbaar hoopt, dat de beantwoording via e-mail-commentaren een vingerwijzing zal geven in de richting van de reformatorische stelling, dat de Nederlandse overheid, zonder dat zelf te beseffen, "dienaresse Gods" is.

Deze paulinische stellingname (Apostel Paulus: "Geef den Keizer wat des Keizers is") is door de meerderheid der gereformeerden moeizaam verworven in het begin van de negentiende eeuw. En nog zijn er restanten van gereformeerde afwijzing van de centralistische pretentie, dus van een soort religieus anarchisme, hier en daar in Nederland blijven bestaan (of geëmigreerd naar Amerika).

Gereformeerden zijn zich echter altijd blijven verzetten tegen nòg meer overheden dan die éne: De SGP erkent bij voorbeeld de Verenigde Naties niet en evenmin de EU. Wat professor Roel Kuiper dus doet, is trachten niet-gereformeerde medestanders te vinden voor zijn ideologisch axioma. Dat doet hij door populistische sentimenten uit te lokken. En wel op een terrein, waar zijn "conventie" helemaal niet voor bevoegd is en waar geen bestuurskundige analyse aan ten grondslag ligt.

Het lijkt een beetje op de "Parallellaktion" van Robert Musil ("Der Mann Ohne Eigenschaften"): Aangezien de conventie geen doel heeft, anders dan iedereen maar wat aan de praat te houden, zien allerlei hobbyisten hun kans, om hun stempeltje op het gebeuren te drukken.

De onderhavige "stelling van de week" heeft in eerste instantie een meerderheid van "nee"-zeggers gemobiliseerd, zoals kennelijk ook de bedoeling van de auteur was. Later, toen "De Volkskrant", en wellicht ook anderen, een breder publiek uitnodigden om mee te diskussiëren, sloeg de beantwoording van de stelling om, en kwamen er steeds meer verstandige en realistische, pro-Europese, reakties binnen. We gaan daarop in in een volgende post.

Hier eerst nog wat toelichtingen van de Nationale Conventie:
Op 5 oktober zal het advies van de Nationale conventie aan minister Nicolaï worden aangeboden. Tot die tijd zullen enkele leden van de Nationale conventie door middel van de stelling van de week aandacht vestigen op onderwerpen die de afgelopen maanden volop bediscussieerd zijn binnen de conventie. Op de stelling schrijven zij een korte toelichting. Aan u de vraag uw mening over de stelling te geven. Aan het eind van de discussie zal de bedenker van de stelling commentaar geven op de ontvangen reacties.
Toelichting van de stellingnemer op de stelling :"De Europese Grondwet is dood, het model van de Europese federatie ook."
Het is nodig dat er een discussie wordt gevoerd over de finaliteit van de Europese samenwerking. Deze zal in de huidige omvang van de Unie zeker niet uitlopen op een politieke federatie. Europese bevolkingen hechten daarvoor tezeer aan een nationale bestuurslaag. Het is beter Europa in te richten als een statenverbond: een samenwerkingsverband van staten die besluiten op bepaalde onderdelen soevereiniteit te delen, maar hun zelfstandigheid en nationale politieke tradities niet prijsgeven.

Roel Kuiper
Wie is deze Roel Kuiper? Beschrijving op de website van de "nationale conventie":
Roel Kuiper (Marienberg, 1962) is historicus en filosoof, werkt als bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit en is ook verbonden aan de Vrije Universiteit, waar hij promoveerde in de politieke filosofie. Daarnaast is hij lector aan drie hogescholen (lectoren stimuleren onderzoek aan de HBO’s) op het terrein van innovatie en samenlevingsopbouw. Voor 2002 was Kuiper directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie.
Opmerkelijk is, als je de toelichting aandachtig leest, dat Kuiper eigenlijk een positief voorstel doet: "een Europees statenverbond [.., dat] op bepaalde onderdelen souvereiniteit [... gaat] delen". Dat is natuurlijk heel wat anders dan de negatieve ("dood") stelling waarop het een toelichting heet te zijn. Het zou veel interessanter zijn, om van professor Kuiper te vernemen, op welke onderdelen hij meent dat de souvereiniteit moet of kan worden gedeeld, en welke onderdelen van de tegenwoordige Nederlandse souvereiniteitsdeling in NATO, Internationaal Gerechtshof, de EU, de Raad van Europa en de Verenigde Naties hij (dus) zou willen zien afgeschaft.

Intussen zijn er verschillende interessante reakties van Nederlandse burgers binnengekomen. Daarop ga ik in, in een volgende post.

29 augustus 2006

Uruzgan-drama komt...

Omringd door walgelijke zonnebrillen, bijt Jan Peter Balkenende in het (Baluchti woestijn-) stof. (Klik op de foto, om de design-brillen goed te zien, courtesy NRC-Handelsblad, 28/8/06).
Jan Peter heeft de New York Times gehaald met zijn bezoek aan het Nederlandse NATO-ISAF contingent in Tarin Kowt, Uruzgan. Zij het via een persconferentie met president Hamid Karzai, die zich bitter beklaagde over Pakistan (en de dekking die de US aan dat regime geven).
Pakistan zou zijn oude verbindingen met de Taliban gebruiken, om tribale opstanden in het Zuiden van het land aan te wakkeren. Aanknopingspunt daarvoor is de corruptie in Kabul, die voor een groot deel de schuld is van de Amerikaanse praktijken. (Zie artikel van Ann Jones, geciteerd in Legal Alien @ NY).
Wat is er werkelijk aan de hand?
De bergstammen van zuidwest-Pakistan en Baluchistan, samen met die van Pashtun-country in Zuid-Afghanistan, zijn, zoals alle bergstammen en -clans (denk aan Schotten, Zwitsers, enz.) erg gesteld op hun onafhankelijkheid. India steunt het onafhankelijkheidsstreven van bij voorbeeld de Baluchis, om het pakistaanse leger wat af te leiden van Kashmir. De Pakistaanse ISI, daarin tot voor kort geholpen door de CIA, ondersteunt daarentegen het orthodoxe Islamisme, de Taliban dus, maar ook andere Sharia-adepten, gebruik makend van de ontevredenheid van terzijdegeschoven clanleiders en opiumtelers.
Doordat de Amerikanen aan Karzai geen kans hebben gegeven, om tot een nationaal akkoord te komen met lokale clanhoofden, is iedereen boos en opstandig. En wie opstandig is, wordt "Taliban" of "Al Qaeda" genoemd.

De terreurbombardementen die door de Amerikanen zijn begonnen, worden voortgezet door de Engelsen en Australiërs in Helmand en Kandahar. Nederlandse en Duitse militaire officieren, niet zo happig op het "opbouwwerk" waarvoor ze eigenlijk zijn uitgezonden, dringen erop aan, om mee te mogen doen met het prijsschieten op "Talibaan".

Dat gaat dus helemaal de verkeerde kant op. Dat Uruzgan "rustig" zou blijven, is een illusie. De hele bevolking zal zich gaan verweren tegen de "indringers". ISAF krijgt dezelfde behandeling als het Russische leger, indertijd.

De Europese legereenheden zouden gezamenlijk, nu de Amerikanen ter plekke geen poot meer hebben om op te staan, een snel te formuleren gemeenschappelijke EU-pacificatie-politiek, in overleg met de Karzai-regering, moeten gaan uitvoeren: praten met de plaatselijke clan-leiders, ontwikkelingsprojecten op kleine schaal uitvoeren ter versterking van de economie en de samenhang in de gebieden, niet tegen, maar met de bestaande leiders. Zodoende, krijgen de Taliban daar geen munitie meer: de welvaart komt van elders.

Is er, ergens in een Brussels hoekje, nog genoeg diplomatieke moed, om zoiets op poten te zetten?

28 augustus 2006

"Takkewijf" is een multicultureel woord!

Spandoeken met"Moordwijf" (ludieke protesten na de dode asielzoekers vanwege de brand in het detentiecentrum op Schiphol in mei van dit jaar) - dàt mocht niet. Wie zo een spandoek ophing werd op de bon geslingerd. Dat waren dan ook krakers en ander marginaal tuig.
Maar een minister die "takkewijf" zegt, - aan hem wordt die misstap vergeven. Zij het na dubbelzinnige excuses. Kijk maar.

Allochtonen weblog schrijft:
Minister Gerrit Zalm van Financiën heeft donderdag excuses aangeboden aan zijn collega Rita Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie), omdat hij een uitspraak over haar had gedaan die ‘ronduit ongepast is’. Hij zou haar hebben omschreven als ‘takkewijf’'

Zalm is blij dat Verdonk de excuses heeft geaccepteerd. Dit blijkt uit een verklaring die de minister zaterdagavond heeft uitgegeven. De VVD-bewindsman deed dat vóór de tv-uitzending van een documentaire van journalist Twan Huys over Hirsi Ali. Op dinsdag 16 mei, daags nadat Verdonk in een brief had geschreven dat Hirsi Ali niet beschouwd kan worden als Nederlandse, zou Zalm volgens Huys Verdonk hebben omschreven als ‘takkewijf.’

Zalm schrijft in zijn verklaring: ‘In besloten kring is - in de emotie van de discussie rond het Nederlanderschap van Ayaan Hirsi Ali - kennelijk een formulering gebruikt die ronduit ongepast was. Ongepast, omdat het geen recht doet aan de waardering voor collega-minister Rita Verdonk, aan de verstandhoudingen in de VVD, en omdat dit taalgebruik niet past bij het ambt van minister.’

Bron: ANP

Het doet dus "geen recht aan de waardering voor Rita", zegt Zalm. "Waardering" is een neutraal woord, al wordt het in de omgangstaal meestal in positieve zin gebruikt.

In financiële kringen (en hier spreekt immers een minister van Financiën) is "waardering" echter altijd strikt neutraal. Bij voorbeeld: "De scherpe daling van de Ahold-aandelen drukt de dramatische val in de waardering van het fonds uit." Ik noem maar wat. Het kan dus heel goed zijn, dat Zalm de term "takkewijf" eigenlijk nog te positief vindt.

Het zou me niets verwonderen, als dat zo was. Want de andere twee argumenten ("de verstandhoudingen in de VVD" en "niet passend bij het ambt van minister") zijn van puur formele en procedurele orde. Je zou het zo kunnen vertalen: "Als het in de VVD niet zo'n verdomde bende was, zodat je er op eieren moet lopen en als ik (Zalm) geen minister was, nou, dan had ik je nog wel een ander poepie laten ruiken!"

Trouwens, hoort het in de nieuwste spelling niet "takkenwijf" te zijn? Nu we er zo op staan, dat onze nieuwe landgenoten korrekt Nederlands spreken, is deze vraag, zeker waar het Verdonk betreft, op haar plaats.
Gelukkig blijkt, dat er in dit opzicht door Zalm niets miszegd is. Ewoud Sanders, in zijn taalrubriek in de NRC ("Woordhoek"), schreef op 6 november 2003:

Takkewijf Laatste vraag: vanwaar dat takke- in takkewijf?

Antwoord: takke doet hier dienst als versterkend voorvoegsel. Wijf kan al als scheldwoord worden gebruikt, maar takkewijf is nog een graadje erger. Van Dale zegt over dit voorvoegsel: ,,(als eerste lid in samengestelde zn. met ongunstige betekenis) ter aanduiding dat het in het tweede lid genoemde hoogst vervelend, onaangenaam is. Synoniem: kanker-, klere-, klote-, pest-, pokke-, rot-, snert-, tering-, tyfus-’’.

Takkewijf zal zijn gevormd naar het voorbeeld van takkelijer. Hierin is de oorspronkelijke betekenis van takke- duidelijker, want het komt van het Franse attaque ‘aanval, beroerte’. Een takkelijer was dus iemand die een beroerte had gehad. We komen takke- in verschillende samenstellingen tegen (takkemens, takkeweer enzovoorts) en daarnaast in diverse verwensingen, zoals daar zijn:

  • krijg de takke
  • krijg de takke en de beris
  • krijg de touwtakke(n)
  • krijg de touw-takke(n)-tering, dan kun je je uit laten rafelen, en het humorische:
  • je kunt de takke krijgen, de blaadjes komen er vanzelf aan
Sanders meent dus, dat "takke" van het Franse "attaque" komt.
Nu het dus niet "takken" (van bomen of struiken) betreft, is de "n" niet nodig.

Er is overigens ook een andere veronderstelling gangbaar. "Takke" zou in dat geval afkomstig zijn van het o.a. in Suriname gebezigde "takkie-takkie" voor de volkstaal, het Sranantongo. "Takkie-takkie" is afgeleid van het Engelse "talkie-talkie" en verwijst naar overmatig en luidruchtig kwebbelen. Het wordt dan ook alleen van vrouwen gezegd.

Het Gebaar van de Week in de scheldwoordenverzameling van Vitaal.denhaag.org zegt hierover het volgende:

Takkewijf !!!

Het gebaar voor deze populaire aanduiding voor een kijfzieke vrouw bestaat uit twee delen. Je begint met je handen twee snavels te maken die beurtelings in een hoog tempo open en dicht gaan (kwek-kwek-kwek!). Vervolgens maak je met één hand het gebaar voor vrouw. Dit in combinatie met een verachtelijk gezicht geeft het gebaar een plattere betekenis [...]
En zo ziet u maar weer, hoe rijk de Nederlandse cultuur is. En hoe integratie-bereid! "Takke" komt dus uit het Frans of het Surinaams-Creools. Maar het is zó ingeburgerd, dat het een "emotionele" minister, ondanks de waardigheid van diens ambt, spontaan ontvalt.

De multiculturaliteit van de Nederlandse "dominerende" (Wilders) cultuur kruipt, waar zij niet gaan kan!

Kruispost met De Lage Landen

22 augustus 2006

EU: Eerst een eigen M-O politiek, dan interventie.

Woensdag 23 augustus EU-overleg in Brussel over de voorwaarden waaronder Europese landen een militaire bijdrage zullen leveren aan Unifil II, de "forse" UN-macht voor Zuid-Libanon.
Een geluk bij een ongeluk, zou je haast zeggen.
Gretig Frankrijk dacht iets van zijn koloniale rol terug te krijgen, Hezbollah uit te schakelen en "oud Libanon", het Libanon van Papa, weer in ere te herstellen. Maar het Franse leger speelde op: "Geen nieuw Bosnië!", denkend aan de slachting van 88 Franse parachutisten in 1983 in Beirut, tijdens een dergelijke vage vredesmissie. (Le Monde, 21/8/06: Les réticences des miltaires français, hantés par le syndrôme 'Drakkar').
De pin op de neus: Vrijwel het gehele Libanese politieke spectrum moet niets weten van een ontwapening van coalitiegenoot Hezbollah. Men wil voor alles geen nieuwe burgeroorlog. Hezbollah is een volledige geïntegreerd deel van het Libanese mozaïek. Niet omdat de anderen bang zijn, maar omdat Hezbollah zich consekwent opstelt als deel van Libanon. Libanon eerst, en dan de eigen doelstellingen. dat bleek al tijdens de zogenaamde "Ceder-Revolutie" van vorig jaar.
Maar Israël en Bush willen niets minder dan uitschakeling van Hezbollah. De Fransen realiseerden zich de laatste dagen, dat ze dreigden te worden misbruikt, en schrokken terug.
"Europa" moest hun een eervolle aftocht garanderen. Zodat nu, geheel onverwachts, het probleem op het bordje van de Europese Unie is gelegd.
Ik betoogde al vaker, dat het daar hoort.
Noch Frankrijk, noch Engeland, en zeker niet Italië of Spanje, kunnen in hun eentje de brand blussen. De EU gezamenlijk kan dan misschien wel.
Maar dan is nodig, dat eerst eens een EU-politiek voor het nabije Oosten wordt vastgesteld.
Want zonder het kader van een politiek doel, heeft een militaire operatie geen zin; erger nog, ze zou in de kaart spelen van degenen sie er wèl één hebben, namelijk de regering-Bush en Israël.
Er resten nog twee dagen tot woensdag. Kort. Te kort?

Een EU-roadmap
Wat de EU zou kunnen doen ter invulling van resolutie 1701 van de VN, zou er kunnen uitzien als een roadmap. Een procedure van wederzijdse maatregelen tussen Israel en zijn buren.
Een proces van integratie van Hezbollah in het Libanese geheel, militair, gouvernementeel, sociaal, economisch - telkens begeleid door vertrouwenwekkende maatregelen van de kant van Israel: Terugtrekking van zijn troepen van de grens (even ver als de Litani), teruggave van de Shebaa-farms, gijzelaarsuitwisseling, enz.
Maar een EU-policy voor het Nabije Oosten omvat meer: Een regeling met Syrië (Golan Hoogten, in ruil voor afzien van ondersteuning Hezbollah), erkenning door Hamas van het Israel binnen de grenzen van 1967 in ruil voor erkenning van de Palestijnse identiteit door Israel, garantie van de grenzen tussen Palestina en Israel door de EU (uitbreiding Unifil III) en tenslotte een denuclearisatie van het Midden-Oosten.
Dat laatste kan uiteraard niet zonder actieve medewerking van de VS.
Maar de voorgaande stappen liggen binnen de macht van een gezamenlijk optredende EU.
Belangrijk is een goede afstemming met Turkije. De Turken kunnen door Israel moeilijk worden geweerd, want ze hebben een diplomatieke relatie met Israel. Ze hebben een behoorlijk modern leger, en, wat nooit met zoveel woorden wordt uitgesproken, hun nucleaire capaciteit is groot genoeg om Israël af te schrikken.
Zodoende zou een begin kunnen worden gemaakt door de EU en haar bondgenoten, om, enerzijds de grenzen van een 1967-Israel veilig te stellen, en, anderzijds, die grenzen ook veilig en rechtvaardig te doen zijn voor de buurlanden, Palestina incluis.
Het Fischer-plan van Cohn-Bendit, dus.

Woensdag kan daarmee een begin worden gemaakt in Brussel.

Translingual crossposted to L'Europe Chez Soi, At Home in Europe, In Europa Zuhause and Legal Alien @ NY.

17 augustus 2006

Mark Mazower: Europa moet zijn invloed gebruiken om druk uit te oefenen op Israël

De historicus Mark Mazower is hoogleraar aan de Culumbia University (New York) en aan een universitaire instelling in Londen. Hij schreef een geschiedenis van Europa in de 20ste eeuw ("The Dark Continent") en een pakkende geschiedenis (1400-1950) van het multiculturele Saloniki (Griekenland).

In de Financial Times vandaag (16 augustus 2006) staat zijn oproep voor een nieuwe, actievere, rol van Europa in het Midden-Oosten: Europa moet zijn invloed gebruiken om druk uit te oefenen op Israël. Hieronder volgt daarvan de conclusie (indeling, nummering en accenten van mij):

"Hoe zou een ambitieuzere rol van Europa in het Midden-Oosten eruit kunnen zien?
  1. Boven de huidige Libanese crisis, zou het voorrang geven aan de noodzaak voor een Israelisch-Palestijnse regeling en het zou ernaar streven om zijn economische macht om te zetten in diplomatieke invloed. Vanwege zijn grootschalige humanitaire hulp aan de Palestijnen, heeft de EU daar al een aanzienlijke vinger in de pap.
  2. Daarnaast zouden de intensieve handelsrelaties die het met Israël onderhoudt kunnen worden ingezet om een veel grotere druk uit te oefenen op de achtereenvolgende Israëlische regeringen, dan Europa - of wie dan ook - sinds lang heeft gedaan. Dit vereist een urgente institutionele hervorming binnen de Unie zelf, vooral op het gebied van de traditionele rivaliteiten tussen de Raad van Ministers en de Commissie. Immers, daardoor wordt de totstandkoming van een gemeenschappelijke buitenlandse- en veiligheids-politiek steeds weer verhinderd.
Wat, is anders het alternatief? Ontdaan van haar retoriek, bestaat de huidige Amerikaanse politiek uit niets anders dan een gijzeling van de politieke en economische ontwikkeling van de Arabische wereld ten behoeve van een vredesregeling met Israël, zonder dat er ooit genoeg druk op de bondgenoot wordt uitgeoefend om die regeling tot stand te brengen.
Als Europa niet haar eigen dringende behoefte aan een verandering van deze vicieuze cirkel onder ogen ziet, is het alternatief hoogstwaarschijnlijk niets anders dan instabiliteit, regionale onderdrukking en economische stagnatie in haar eigen voortuin, waarvan geen eind in zicht is."

En zo is het. Het mislukken van de Amerikaans-Israëlische interventie in Libanon, die blijkt te zijn opgezet als een eerste onderdeel van een soort herindeling van een "Nieuw Midden-Oosten", is een goede gelegenheid (een geluk bij een ongeluk), voor Europa om eindelijk zijn natuurlijke rol te gaan spelen.
Dit des te meer, daar de bezettingsactie an Irak op een ramp uitdraait, de "democratiserings"-acties jegens Egypte, Saoudi-Arabië, Libanon en de Palestijnse Auroriteit tot faliekante resultaten leiden en de pogingen om Iran en Syrië te isoleren en te criminaliseren jammerlijk falen.

Niet meer als een onderling verdeelde en ondergeschikte reservistenbron moet Europa optreden, maar als een machtig blok, dat de belangen van zijn burgers nu en in de toekomst beschermt.

Dat is de reden waarom de rede van Tony Blair op 2 augustus in Los Angeles zo hol klinkt. Natuurlijk is het goed, verstandig en slim, om "regime change" te vervangen door "value change". Op zich, is het, in theorie, een dodelijke kritiek op de Amerikaanse neoconservatieven.
Blair zou tot dezelfde conclusies hebben moeten komen als Marzower. Maar jammerlijk mist men een Churchilliaanse oproep tot het vormen van het noodzakelijke Europese blok. Geen enkel concreet voorstel om de schone gedachten in actie om te zetten. Alleen de illusie, dat het samen met de huidige Amerikaanse regering wel zal lukken. Retoriek en sub-retoriek.

En hoe moeten we de plotsklapse Franse ijver duiden? In L'Europe Chez Soi en Toto Le Psycho signaleerde ik al een gevaarlijke nostalgie naar het "Libanon van papa", waar de Franse voogdij speelde met een penibel evenwicht tussen de verschillende Libanese gemeenschappen. Het ankerpunt van het libanese compromis waren de (christelijke) Maronieten. Een minderheid, die via een ingewikkeld systeem van checks and balances domineerde. Sinds de Libanese Burgeroorlog van 1982-1990 is dat voorgoed onmogelijk geworden. Het is een illusie, dat de in aantal sinds de negentiende eeuw gegroeide Shiitische bevolkingsgroepen door "ontwapening" gemarginaliseerd zouden kunnen worden. Zelfs de meest fervente vijanden van de Shiiten, de Druzen onder Walid Jumblatt, laten zich niet voor een dergelijk spel gebruiken.

Het meest ingrijpende Europese voorstel, waarvan ik heb gehoord, was dat van Daniel Cohn-Bendit, om Joschka Fischer als Europese mandataris naar het Midden-Oosten te sturen om aldaar "Israël's grenzen te garanderen". Inderdaad moet die garantie een belangrijk onderdeel zijn van een toekomstige Europese interventie. Een effectieve garantie ontneemt Israël de rechtvaardiging van gebiedsuitbreiding en systematische vernedering van buurlanden. Maar het is maar een onderdeel, want, zoals Daniel ook wel weet, is een veilige grens een grens die naar twee kanten veilig is, dus ook voor het buurland.
Dat zou dus hebben betekend: druk uitoefenen, ook op Israël, om veilige grenzen te garanderen voor Egypte, voor Jordanië, voor Syrië en ... voor Palestina. Een enorme taak, die alleen kan worden uitgevoerd, als er een nauwe samenwerking bestaat tussen de opdrachtgevende staten(de EU en hun bondgenoten, zoals Turkije). Aangezien aan die voorwaarde bij lange na niet is voldaan, heeft Joschka beleefd doch beslist "nee" gezegd tegen de voorstellen van vriend Dany.
Maar er is nog steeds ruimte voor enige kleinere stappen in de goede richting.
Een eerste stap zou kunnen zijn: een stevig Midden-Oosten-mandaat voor Xavier Solana, de EU-coördinator voor buitenlandse politiek. Een tweede stap zou moeten zijn: een gemeenschappelijk EU-commando over de VN-troepen in Zuid-Libanon. Geen Franse "Alleingang".
Ik ben benieuwd, of de kansen voor een Europese rol, zoals die door Marzower worden beschreven, in de komende weken zullen worden benut.

(Vertaling van post in At Home in Europe en in Legal Alien @ NY.)

31 juli 2006

Radiostilte - Gaza

Radiostilte – Gaza
Weinig mensen denken nog aan de nog steeds voortgaande Israëlische invasie van de Gazastrook en het optreden van Israëlische veiligheidstroepen op de West bank. Begrijpelijk. Iedereen is gefixeerd op wat er in Libanon gebeurt, vraagt zich af wat nu weer de Amerikaanse bedoelingen zouden kunnen zijn.Maar dagelijks worden er in de Gazastrook mensen gedood gearresteerd gewond, duurt de afsluiting voor levensmiddelen en medicijnen voort. (Zie Ha’aretz van 30/7: “97 Fatalities in the Gaza Strip, but all eyes are on Lebanon”)
Stel je voor, wat een verontwaardiging (gezien de –betrekkelijk- futiele aanleiding) in de wereld hierover zou zijn geweest, als de invallen in Libanon er niet waren?
Eén van de mogelijke verklaringen voor de volstrekt ongebruikelijke uitstalling van incompetentie en grofheid van Israël in Libanon op dit moment, zou kunnen zijn, dat het op een geschikt moment de aandacht afleidt van wat de Palestijnen wordt aangedaan.

23 juli 2006

Libanon's recht op zelfverdediging

"Israel heeft het recht zichzelf te verdedigen", zegt Bush elke keer, als hij even schone handen wil houden in het Midden-Oosten. En iedereen zegt het hem na, inclusief de Nederlandse regering.
Ik ook. Maar ik zeg het ook voor Libanon. En ik vind, dat iedereen die Israel's recht op zelfverdediging erkent, dat ook zou moeten doen voor de Libanese regering. Deze regering is democratisch gekozen, verenigt alle belangrijke bevolkingsgroepen in het land, is onafhankelijk van andere staten, met name van Syrië. Ze heeft energiecentrales te verdedigen, een wegennet en onafhankelijke (ook christelijke) televisiestations, die intussen door de Israelische luchtmacht zijn weggebombardeerd.
Wie komt op voor het Libanese recht op zelfverdediging?

09 juli 2006

Uruzgan-Missie: Een Europees Probleem

De Lage Landen (8 juli): Uruzgan-Missie: Onverantwoord
De Nederlandse Uruzgan-missie, onverantwoord als ze is uit militair- en buitenlands-politiek oogpunt, is ook een Europees probleem.

Geen transnationale europese discussie
In de eerste plaats, omdat er, buiten wellicht de militaire contacten tussen Engeland en Nederland, waar wij geen zicht op hebben, geen enkele transnationale discussie plaatsvindt tussen beide landen. In het U.K. is al wekenlang een discussie gaande tussen deskundigen, politici en de publieke opinie naar aanleiding van de 6 doden die er al bij het Engelse-, 3.300 man sterke-, contingent in Kandahar-Helmand zijn gevallen. Hoge militairen stellen de ongecontroleerde, "robuuste", acties van de Amerikanen en de bij hen los van de ISAF aangehaakte Engelse (en ook Nederlandse) commando's, F16s en Apaches, verantwoordelijk voor de opleving van guerrilla-acties vanuit de locale clans gedurende de afgelopen maanden. (Voor een overzicht van de Engelse discussies, zie The Guardian (4.7.06): Commanders balk at "Mission Impossible" en post morgen op "At Home in Europe").

"Mountain Thrust" dwingt de ISAF-bondgenoten om zich aan de Amerikaanse intimidatie-strategie te conformeren.
In de tweede plaats, omdat wat er nu gebeurt een voorbeeld is van de cynische Amerikaanse verdeel- en heers-politiek, tegenover bondgenoten, met name Europese, en dat, ondanks het feit, dat ze binnen de NATO (die formeel gesproken ook de Uruzgan-missie leidt) afspraken hebben over gezamenlijk optreden. Mopperend en met tegenzin hebben de Amerikanen het VN- en NATO-mandaat aanvaard, om het vervolgens in de praktijk rondweg te saboteren. Dat gebeurt via "Mountain Thrust", een operatie, waarbij "preventief" terreur wordt gezaaid en willekeurig wordt gedood in de dorpen van Kandahar, Helmand en Uruzgan. Toppunt van manipulatie: Nederlandse commando's die buiten ISAF om sinds ruim een jaar aan de Amerikaanse "Enduring Freedom" operatie zijn toegevoegd, worden daarvoor ingezet. Een goede garantie, dat het "Kamp Holland" absoluut niet in staat zal zijn om een "Muthanna"-achtige "softe" benadering van de bewoners in praktijk te brengen! De trotse clan-leden, die echt niet voor hun eerste guerrila-vuurproef staan (Engelsen in de 19e eeuw, de Russen in de jaren '80, de Taliban in de jaren '90 - ze hebben allemaal bloedig hun neus gestoten), weten nu met wie ze te doen hebben, vooral als de Nederlandse F16's en de Nederlandse Apache-gunships geregeld het werk komen afmaken met bombardementen en sproeiend mitrailleurvuur. (Post hierover op "Legal Alien @ New York", 9 juli 2006: Afghanistan: Coalition of the Killing).

Negeren EU
En in de derde plaats, omdat het Nederlandse gedrag niet alleen gevaar inhoudt voor Islamistische wraak-acties op eigen grondgebied, maar ook op dat van de rest van de EU. De nodige coördinatie is nog veel te zwak. En er wordt geen gebruik gemaakt van het humaniserende gewicht dat een verenigd handelende EU bij de Amerikanen in de schaal zou kunnen leggen.
Wat de coördinatie betreft: Stel je eens even voor, dat Frankrijk door zijn repressie-politiek tegen Syrië in de Libanon-kwestie (waarin het samen met de VS optreedt), Arabische wraak-acties zou provoceren in andere EU-landen! Of de irritaties die de Spaanse politiek in Marokko oproept, zouden leiden tot represailles tegen onder andere Nederland! - Het huis zou te klein zijn... De roep om EU-coördinatie zou niet van de lucht zijn. Dus is de hamvraag: Wat doet Nederland om de EU-solidariteit in dezen te bewaren?

Op dit moment bestaat er helaas geen draagvlak voor deze benadering in Nederland-zelf. Toch heeft het land als relatief klein EU-lid er alle belang bij, om een beetje grip te kunnen houden op de internationale politiek van de grotere landen, en, zoals in Srebrenica is gebleken, ervoor te kunnen zorgen, dat die landen mee-verantwoordelijk zijn, en dus bijspringen als de nood aan de man komt.

Wie neemt een initiatief?

(Illustraties: Apache-schild-FAS website; Foto's razzia Amerikaanse militairen op Afghaans bergdorp: Hicks, New York Times, 8.7.06)

20 juni 2006

Holland in Europa: Grote Broek - Klein Hartje

foto: Budweiser AG

Is het toevallig, dat Nederland de laatste tijd in Europa het erbij laat zitten? (Zie vorige post: Nederland afwezig in Europa).

Als het niet toevallig is, moet het wel haast liggen aan de regressie die Nederland vertoont op Europees vlak, zo niet op algemeen intellectueel vlak.

Van mijn standplaats uit gezien, verpietert de Europa-receptie in Nederland gelijk op met
  • de schrik van Fortuyn,
  • het opgewarmde historische nationalisme,
  • de als "cultuurstrijd" verklede xenofobie en
  • de angstige reacties van de staatslieden en opiniemakers op de afwijzing van de Europese Grondwet.
De grote visie van een Mansholt wordt teruggebracht tot "ongevaarlijke" symbolische pruttelpraat over het Straatsburg-Brusselprobleem, de vergoedingen van Europese parlementariërs, en tot een fietsrally van de SP om Erik Meyer de concept-grondwet ergens bij een Eurokantoor in Brussel te laten inleveren.

En dan gauw weer op de fiets terug, om een Leeuwenhose aan te trekken.

Holland trekt een te grote broek aan.

Op het Europese toneel moet het dienen als een kinderlijke provocatie, thuis is het een statement: Jullie een te grote sluier? - Wij een te grote broek!
Ha, Ha!

Onderbroekenlol uit gêne.

Want genant is het: Sinds mei 2005 vragen de andere regeringsleiders aan Bot, Balkenende en aan de VVD-staatssecretaris voor Europese Zaken van wie ik steeds maar de naam vergeet omdat je nooit meer iets van 'm hoort -
  • "Wat stelt u voor om nu te gaan doen, nu er blokkade is van een versterking van de Europese structuren, de grotere rol voor het Europese Parlement en al het andere wat erg nodig is, om de uitbreiding van nu en de komende uitbreidingen te kunnen verwerken?"
  • "Hoe denkt u uit de impasse te komen, nu de rol van de EU op het wereldtoneel, gegeven het extremisme van de huidige VS, en de gevaarlijke fouten die ze maken, noodzakelijkerwijs steeds groter wordt en dus vraagt om een steviger gecoördineerd optreden in het Midden-Oosten, de Balkan, Afrika?"
  • "Wat denkt uw land bij te dragen, nu gezamenlijk optreden nodig is, om de energievoorziening vanuit Rusland en het nabije Azië veilig te stellen?"
En als antwoord komt alleen gepriegel over Deense cartoons, Turkije en Cyprus, Italiaanse corruptie (even de honderden miljoenen ESF-geld vergeten, die door Zalm in Nederland foutief zijn besteed), vraag om uitstel van executie voor het grondwettelijk verdrag en vrijblijvend gepraat over "normen en waarden".

Holland maakt zich klein, om thuis een grotere broek aan te kunnen trekken.

Maar alle autoriteiten weten, van de VVD, zowel als van het CDA, maar ook van de PvdA, dat dit land al lang niet meer alleen zijn eigen broek op kan houden. Er is geen weg terug meer. Maar ze durven dat niet met zoveel woorden te zeggen aan een publiek, dat bezeten is van een provinciale angst voor globalisering (globalisering waaraan het zijn welvaart te danken heeft). Nee, de angst wordt zelfs ongestraft en onweersproken aangewakkerd door een hele horde van ex-linkse intellectuelen. Populisme, demagogie en na ons komt de zondvloed.

Het Grote Navelstaren vreet alle energie.
Dat de wereld intussen doordraait, wordt genegeerd.

Daarom is Nederland zo pijnlijk afwezig in Europa.

Nederland afwezig in Europa

Barcelona, 1.6.06, behind the table: Helga Dünger-Löper, Albert Bore, Danuta Hübner, Joan Clos, Pasqual Maragall, Jan Olbrycht, Gábor Demszky and Malcolm Green.

Het valt me de laatste tijd steeds meer op.

Nederland schittert door afwezigheid in Europa.


Ik neem als voorbeeld de Europese Conferentie van Regios en Steden van 1/2 juni in Barcelona. "Barcelona" was een laatste kans, om de ramp van het verdwijnen van een specifiek "urban" budget in de structurele fondsen onder de meerjarenbegroting 2007-2013 van de EU te voorkomen, of althans te verzachten. (Zie mijn beschouwingen daarover bij e-urban: Journal: [EN] en de reactie van URBACT [EN], [FR].)

Omdat Nederland niet of nauwelijks europees-relatief arme regios heeft, is het land voor bestrijding van stedelijke problemen en van de groeiende kloof tussen arm en rijk, aangewezen op de stimulans die is uitgegaan van de Europese "Urban" fondsen. Een stimulans, die, behalve een welkome medefinanciering op stadsniveau, vooral ook een vernieuwing en verbetering mogelijk heeft gemaakt van de gebiedsgerichte, integrale, aanpak van achterstandswijken.

Dat wordt in Europa het "urban acquis" genoemd: het verworven inzicht, de verworven ervaring, om beter en efficienter integraal stadsproblemen aan te pakken. Het "urban acquis" is vastgelegd in Europese dokumenten. Niemand betwist het. iedereen was zelfs enthousiast. Zó moest het verder!

Maar toen eind 2005 door de regeringsleiders compromissen moesten worden gesloten over de meerjarenbegroting, was de situatie aldus: de begroting van de commissie werd gebonden aan een plafond van ongeveer 2% van het EU-nationaal produkt, er mocht niet of nauwelijks gesleuteld worden aan de landbouwsubsidies, die groeiden als gevolg van de uitbreiding van de EU met landbouwstaten - dus, er moest elders worden bezuinigd, met name in de structuurfondsen (regionale ontwikkeling en het ESF, het Europees Sociaal Fonds). Daaraan viel "Urban" ten prooi.

Regio's, stedennetwerken, de commissarissen voor Regios en Sociale Zaken en hun ambtelijke staven in Brussel, de betrokken commissies van het Europees Parlement, - alles gonst van bedrijvigheid, om de ramp zoveel mogelijk te keren. Nederland heeft hier toch werkelijk wel het een en ander "at stake": De landbouwsubsidies zijn een aflopende zaak, het land heeft volop meegewerkt aan- en geprofiteerd van- het "urban acquis". Maar toch steekt het, noch op regeringsniveau, noch op regionaal- of stedelijk niveau, een poot uit, om het tij te keren.

Onder de welgeteld ruim 300 deelnemers in Barcelona, waren er twee uit Nederland. Of drie, als ik mezelf meetel, maar ik vertegenwoordig op dit moment niets Nederlands. Het waren: Ambtenaar Wouter Bringmann van de Directie Grote-Stedenbeleid van het ministerie van BZK, die naar gewoonte een observerende rol vervulde, en Max Jeleniewski die de tweede dag langskwam uit Rotterdam, om in een werkgroep een bijdrage te leveren in de vorm van een powerpoint-presentatie, gericht op public relations voor de Maasstad. Op zich is daar niets mis mee. Beiden vervulden hun professioneel bepaalde rol.

Maar een feit blijft, dat de Nederlandse grote steden qua gewicht niet of nauwelijks aanwezig waren op deze manifestatie.

Is dat toevallig?
Kan zijn. In Stockholm (de stedenconferentie van april dit jaar), was Den Haag's burgemeester en EuroCities-prominent Wim Deetman prominent aangekondigd, maar nauwelijk prominent aanwezig.

Kan dus ook niet toevallig zijn.

Ik wijt dat van mijn kant nu eens NIET aan een malaise van "Europa", maar aan een authentiek NEDERLANDSE malaise, waarover meer in de volgende post.
Related Posts with Thumbnails