Trotse Paranoïa
Opschepper
Het lukt nog steeds maar niet. Me bij de Groene eruit te laten gooien. Al maanden schrijf ik expres dezelfde stukjes, vol met venijnige steken onder en boven water tegen de linksen, die indirect mijn vriend Theo hebben vermoord. Maar ze doen net of ze niets merken. Elke keer staat er weer een zeurend verhaal van mij op dezelfde plek in het weekblad. Ze doen er zelfs een kleurtje en een cartoontje bij. Ik schaam me gewoon voor mezelf. Hebben ze het niet door? Zijn ze bang?
Soms denk ik, dat ik zelf te bang ben. “Sla erop, jongen, op die witte scheten!”, zei mijn vader altijd, als ik op school werd gepest, onder andere omdat ik een beetje bruiner was dan zij. Maar dat deed ik nooit. Ik haatte mijn vader, want die had makkelijk praten. Zelf kroop hij voor de blanke meesters, om dan thuis des te harder op ze te schelden. Hij had geen trots. Ik wel. Maar ik liet het niet merken. Ik nam snoepgoed mee voor de gemeenste pesters en lulde met ze mee.
Thuis kon ik dan daarover klagen. Tegen mijn moeder. Als ik dat maar lang genoeg deed, stuurde ze me naar buiten. Daar kreeg ze dan weer spijt van en haalde me naar binnen. Dat is eigenlijk wat ik nu ook wil met De Groene: Ze moeten me toch eens erkennen als slachtoffer. Maar het lukt me niet om ze boos genoeg te maken. Vroeger noemden we dat repressieve tolerantie. Maar wat heb ik daaraan?
Al maanden jeuken mijn vingers om met trompet en fanfare over te stappen naar het wekelijkse bijvoegsel van “Trouw”. Daar zitten mijn vrienden. Daar wordt geschiedenis gemaakt. Harde en moedige aanvallen op hoofddoekjesdraagsters in apotheken. En met oudjaar gaan zeker vier van de ‘bende van acht’ naar België, voor de Vlaamse radio, om daar de boel eens lekker wakker te schudden. Mij hebben ze niet eens gevraagd. Ik zit opgesloten, gegijzeld, bij dat groene linkse kutblaadje. Maar als we straks samen met Bart-Jan Schuyt hier de macht overnemen, zal het ze niet helpen. Linksen zijn nog gevaarlijker dan anders, als ze zich als liberalen vermommen.
Ajaan en ik, we kijken daar dwars doorheen. Hubert Smeets is eigenlijk een moslim met een naveltruitje: Oppassen geblazen – straks gaat hij de sharia hier invoeren! Zijn Russische vrouw draagt ook al een hoofddoek, als het maar even een beetje kouder wordt. Een paar graden naar beneden, en, hup!, ze is als een terrorist aangekleed. Ik word omringd door terroristen, hele slimme, die zich niet laten provoceren. Ik houd het vol. Ik moet toch iets doen voor Theo?
Is dit paranoia? Jazeker! Met een beetje meer paranoia had Theo nog geleefd. Dus ben ik blij met mijn paranoia. Ik ben een trotse paranoïed. Ik wil niet meer en ik kan niet meer zonder. Dat hoeft ook niet, want Alain Finkielkraut, over wie ik het twee weken geleden had en die filosoof is in Parijs, is het ook. En die is weer een leerling van Levinas, net als BHL, die me heeft laten interviewen over de moslims in Nederland, en die zo een mooi boek over Jean-Paul Sartre heeft geschreven. De eeuw van Sartre. Maar niemand in Parijs die het nog leest. Want Sartre is uit. Wat ook niemand meer leest, is zijn boek over die Amerikaans-Joodse journalist die in Pakistan door Al-Qaeda vermoord is. Dat komt, omdat de weduwe van die journalist een veel beter boek over haar man heeft geschreven, dan BHL, die een beetje te opdringerig en te haastig was. Bernard-Henri was daar vorige maand nog kwaad over, dat ze dat boek zonder hem te vragen meteen in het Frans hebben vertaald, zodat hij met de brokken zit: duizenden onverkochte exemplaren! Daar zit de Franse geheime dienst achter, dat is zeker.
Maar goed, om op Finkielkraut terug te komen, die heeft een heel mooi interview gegeven aan “Le Monde” en daarin zegt hij gewoon, dat hij een paranoïde verdubbeling van zijn persoonlijkheid heeft. Op reis in Israël, had hij tegenover Haaretz eens lekker flink uitgepakt over de moslimterroristen die achter de rellen in de Franse voorsteden zaten. Maar een paar dagen later zegt hij in Le Monde ijskoud: “Ik kèn die man niet, die toevallig mijn naam draagt, en die in Haaretz zulke verschrikkelijke dingen zegt.” En dan gaat hij dat verder uitleggen en dan blijkt, dat het net zo als bij mij, aan zijn vader ligt. Die hield vast aan zijn Pools-Joodse identiteit, dus kon hij makkelijk afstandelijke grappen maken over het chauvinisme van de Fransen. Maar Alain Finkielkraut, de zoon dus, die nu filosoof is, had die identiteit niet. Daarom moest hij zich aanpassen, wat hij helemaal niet erg vond en wat ook heel goed gelukt is. Te goed, zou je bijna kunnen zeggen, want één van de persoonlijkheden van F. is roomser dan de paus en Franser dan de Fransen. Mijn Belgische psychotherapeut, met de grappige schuilnaam Toto Le Psycho, heeft daar een prachtig stuk over geschreven in zijn blog bij Le Monde.
Toto gaf me ook gelijk, toen ik hem vorige week aansprak over Sylvain Ephimenco. Dat is er één van de bende van acht, die eigenlijk mijn vrienden zijn. Maar Sylvain even niet. Dat komt daardoor, dat de meeste jongeren geen Frans meer kunnen lezen, wat de schuld is van de Partij van de Arbeid, waar ze liever naar de hoeren gaan, dan rustig thuis in La p… respectueuse van Jean-Paul Sartre te lezen. Dat is trouwens ook een van de redenen, waarom ik sinds Theo niet meer heb geneukt, maar dat terzijde. Sylvain dus, leunt zwaar op Finkielkraut, als hij in Trouw iets wil vertellen over de moslimterroristen die de voorsteden onveilig maken. Maar het heeft me zo’n verdriet gedaan, dat hij mij, die toch ook een paranoïed ben vanwege de moslims en de PvdA, niet één keertje noemt. Terwijl hij kan weten, dat ik mijn persoonlijkheid niet alleen maar verdubbeld heb, maar zelfs verdriedubbeld: Opheffer, Opschepper en Theodor Holman. Goed tellen, Sylvain – zijn dat er drie of niet? En bovendien, goed lezen, ik heet ook Theo(dor). Dat maakt het voor mij extra gevaarlijk. Want met al die inburgeringscursussen kunnen de Moslims ook wel zo veel lezen, dat ze “Theo” zien, en denken: “Ha, doodsteken! Schaap!” En Ephimenco maar doorzeuren over die Fransen, die niemand kan lezen. Heeft Sylvain eigenlijk wel een inburgeringscursus gevolgd? Ik heb aan minister Verdonk geschreven, of ze niet het woord “scha-pen” van het leesplankje voor Moslims kan schrappen. En dan misschien tegelijk ook maar voor alle zekerheid “bok” en in een moeite door “lam”. Als je ze laat staan, brengt het ze maar op ideeën. “Geit” staat er gelukkig niet op, al kan dat misschien weinig kwaad voor hele jonge Moslims die nog niet neuken.
Eigenlijk kun je die inburgeringscursussen beter maar helemaal afschaffen. Als moslims Nederlands kennen, kunnen ze juist heel gevaarlijk worden. Dat is wel gebleken. En vroeg of laat worden ze toch teruggestuurd naar Marokko. Daarin hoop ik, dat Sylvain zijn zin krijgt. Maar Toto heeft me wel gerustgesteld: Hij legde me uit, dat Sylvain en die andere drie voor oudejaarsavond alleen maar door de Vlaamse radio zijn uitgenodigd, omdat ze vanwege het cordon sanitaire tegen het Vlaams Belang, geen echte VB’ers mogen interviewen. Ik ben wel heel ver afgeraakt van mijn oorsprong, maar het gaat mij toch iets te ver om als stand-in voor Hilbrand Nawijn op te gaan treden. Toto is eigenlijk een soort moeder voor mij, maar dan één, die niet ongeduldig wordt van zeuren. Daar wordt hij dan ook voor betaald. Door mij. Zo ben ik tenminste nog ergens “in control”. Al heb ik helaas geen geld, om alle drie mijn persoonlijkheden te laten analyseren. Als we met zijn drieën bij Toto zouden komen, wil hij natuurlijk ook drie keer betaald worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten